6830
gelijke effecten kunnen beschikken. Men sfaat dus op het
standpunt, dat een cliënt als regel eerst na liquidatie van
zijn effectenbezit voor credietverleening mag in aanmerking
komen. Werden de effecten reeds vroeger verpand tot
zekerheid van andere schulden, dan kan voor hef verkrijgen
van een nieuw crediet de verlangde verklaring zonder be
zwaar worden onderteekend, omdat de credietnemer door
deze vroegere verpanding het beschikkingsrecht over zijn
effecten heeft verloren. Slechts in een paar gevallen kan de
verklaring, dat de cliënt niet over verhandelbare effecten be
schikt, achterwege blijven. Zoo b.v. indien het voorschot of
het crediet naar zijn aard bestemd is om binnen zes maanden
te worden terugbetaald en deze termijn niet wordt overschre
den, dus wanneer het betreft een tijdeiijk crediet van zeer
korten duur.
Beschikt de cliënt over geblokkeerd tegoed, dan moet
hij daarenboven verklaren, dat hij niet over vrij tegoed be
schikt, behoudens een bedrag benoodigd voor normaal
kasbeheer.
Bij de Centrale Bank zijn formuliertjes verkrijgbaar (Form.
V. 40) waarop beide verklaringen zijn afgedrukt. Uit het
voorgaande volgt, dat op deze formuliertjes kan worden
doorgehaald: „noch zijn echtgenoote" indien het crediet
voor andere doeleinden dan voor levensonderhoud be
noodigd is.
Ook de houders van credieten, welke reeds bestonden
voordat de verklaring betreffende het niet beschikken over
verhandelbare effecten werd verplichtend gesteld, zijn ver
plicht alsnog zulk een formulier te onderteekenen voordat
hun mag worden toegestaan nog verder ten laste van het
crediet gelden op te nemen of overschrijvingen te doen
verrichten.
Eenzelfde verplichting rust op hen, die een vast voorschot
van de Bank ontvangen, indien althans voor dit voorschot
andere zekerheid wordt gesteld d.an een z.g. vaste hypo
theek. Algemeene vergunning nr. 40 geldt n.l. evenzeer
voor credieten als voor vaste voorschotten. Alleen voor de
z.g. vaste hypotheken geldt, zooals wij hiervoor reeds aan
stipten, een speciale regeling. Een gefeekend formulier V.
40 behoeft dus nief aanwezig te zijn bij z.g. vaste hypo
theken, bij „oude" d.w.z. vóór de geldsaneering verstrekte