6793 uif Duitschland, terwijl anderzijds de uitvoer van onze land en tuinbouwproducten naar Duitschland wordt belemmerd, omdat het z.g. luxe producten zijn, zou dan de toepassing der christelijke naastenliefde niet tot oplossingen kunnen lei den, die economisch beter verantwoord zijn, dan mooie plannen voor herstelleveringen en herstelbetalingen, waarvan waarschijnlijk toch niet veel terecht kan komen. Mijnheer de Voorzitter. Mioet ik tenslotte nog spreken over de oorlogsschade, waardoor ons platteland en het agrarische bedrijfsleven zoo zwaar is getroffen? Hoeveel vruchtbaar cul tuurland ging niet verloren? Hoeveel inventarissen werden niet geroofd? Hoeveel boerderijen gingen niet in puinhoopen ten onder? En thans staan wij voor het probleem van het her stel en van de financiering daarvan. Wij hebben kennis geno men van de voorstellen om die problemen op te lossen. Alleen met den opbouw der geheel vernietigde boerderijen zal een bedrag van 300 millioen zijn gemoeid. De her aanschaffing van nieuwe inventarissen komt op 70 millioen. En de regelingen der Overheid, hoezeer de Rijksdienst voor Landbouwherstel eruit tracht te halen, wat maar mogelijk is, komen hierin maar zeer ten deele tegemoet; de gestelde voorwaarden zijn te zwaar; de getroffen boer blijft met zware lasten zitten, die hij slechts zal kunnen dragen en dan nog maar nauwelijks indien de toekomstige conjunctuur voor den boeren- en tuinderssfand meer dan gunstig zal zijn. Ik wil over deze herstelfinancieringsmaafregelen nu liever niet uitweiden, straks zal daarvoor nog gelegenheid zijn, slechts wil ik volstaan met op te merken, dat hef mij een juist beleid voorkomt van de Regeering, dat zij overeenkomstig de aan bevelingen van de Maatschappij tot Financiering van het Nationaal Herstel N.V. besloot in de uitvoering dezer finan cieringsmaatregelen onze crediet-organisafie ruimschoots te betrekken. Op dit punt der bijzondere financieringsopdrachfen, die ons in de toekomst wachten, evenals op tal van andere ge bieden, ontmoeten wij ook weer de organisaties van land- en tuinbouw, die na de bevrijding, ondanks haar liquidatie tij dens den oorlog, als bij fooverslag weer present waren om op te komen voor de belangen der standgenooten. Daar naast kwam er de Stichting voor den Landbouw, waarin de vrije organisaties met groot succes gingen samenwerken. Het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 6