6792 En dan moeten wij consfateeren, dat er op dit gebied groofe en schoone plannen bestaan, maar dat er ook geen gebied is, waar het zoo dikwijls voorkomt, dat het bij mooie plannen blijft. Dit gevaar dreigt ook nu. Wat weten wij omtrent de toekomstige organisatie van den wereldhandel en van mo gelijkheden voor export? Wat het laatste betreft alleen, dat ze te beperkt zijn en dat het systeem van bilaterale handels verdragen en betalingsovereenkomsfen, dat tot nu toe is tot stand gekomen, te geringe exportmogelijkheden biedt. In dit verband wordt het door ons als een gelukkige omstandigheid gevoeld, dat de buifenlandsche economische politiek onder het Departement van Economische Zaken is blijven ressorfee- ren, een punt, dat wellicht in de kringen van onze landbouw organisatie meer aandacht verdient, omdat het naar ons in zicht voor den land- en tuinbouw, voor zoover op export aangewezen, een levensbelang is, dat de specifieke behar tiging van onze handelsbelangen aan een afzonderlijken dienst van Economische Zaken is opgedragen, omdat zij anders dreigt ondergeschikt ie worden aan de algemeene en formeele vertegenwoordiging van het Departement van Buifenlandsche Zaken. Is het overigens niet vanzelfsprekend, dat wij, indien de wereldhandelspolitiek op korten termijn nog zoo weinig be looft, wat dichter bij huis blijven en met de ons omringende landen trachten te komen tot een welvaartsbiok, dat aan de deelnemers een afzetgebied waarborgt, dat vele malen groo- fer is dan het eigen land. Hoe verheugt het mij dan ook, dat onze Zusterinstelling te Leuven gehoor heeft willen geven aan onze uifnoodiging om onze jaarvergadering hier te ko men bijwonen en de vriendschapsbanden, die al bestonden, weer aan te halen en zoo mogelijk te versterken, want een nauwe economische samenwerking fusschen Nederland en België zooals b.v. in den vorm van een folunie, waarbij uiter aard voor- en nadeelen tegenover eikander staan, kan slechts op basis van vriendschapsbetrekkingen tof ontwikkeling ko men. En zouden onze beide landen gezamenlijk ook niet wat sterker staan om dat andere internationale probleem op te lossen, wat ons hier te lande zoo bezig houdt? ik bedoel het probleem Duifschland. Indien men uit industriekringen hoort verluiden, dat zich steeds meer doet gevoelen de afhanke lijkheid van de leveringen van halt-fabrikaten en machines

Rabobank Bronnenarchief

T01 | 1946 | | pagina 5