6790
smetten vrij" het vaderlandsche huis op tradifioneelen grond
slag naar de eischen van den tijd opnieuw in te richten.
Inmiddels en altijd door voor en na de bevrijding
werkten gestaag verder onze boer en tuinder, en zoo al ook
in den Nederlandschen land- en tuinbouw de kwaal van
verminderde arbeidsproductiviteit gelijk in het overige be
drijfsleven aan den dag trad, was zulks niet het gevolg van
verminderde werklust of vakbekwaamheid, doch was uitslui
tend te wijten aan den uitgemergelden toestand van den
grond en de gebrekkigheid der productiemiddelen, waar
mede moest worden gewerkt, Maar ondanks dat bleef voor
alsnog de land- en tuinbouw de kurk, waarop ook in het jaar
1945 de vaderlandsche economie bleef drijven.
Hef is wellicht goed zulks nog eens met nadruk vast te stel
len, evenals hef feit, dat meêr dan welke andere bevolkings
groep, de boer en tuinder zich bewust zijn, dat, nu door plun
dering en oorlogsschade het kapitaalgoederenfonds, dat het
Nederlandsche volk ter beschikking staat, zoo sterk is ver
minderd, alleen door harder en langer werken een welvaarts
niveau kan worden bereikt, dat het vooroorlogsche peil weer
nabij komt.
Mijnheer de Voorzitter, ik reken het mij tot een eer, bij
een beschouwing van den economischen toestand van land
en tuinbouw deze plichtsbetrachting van boer en tuinder op
den voorgrond te stellen, nu het voorkomt, dat zelfs in
hef Parlement stelling moet worden genomen tegen een
generaliseerenden gedachfengang, dat de boer met een pro
fiteur kan worden gelijkgesteld. Terecht naar mijne meening
werd dan ook het ontwerp van wet op de vermogensaanwas-
belasting in dien zin „gezuiverd", dat buiten twijfel werd ge
steld, dat de opbrengst van leveringen aan centrale inname-
apparaten, veilingen e.d. niet onder hef straffarief valt van
90%; die zuivering was noodig, omdat een boer nu eenmaal
geen bunkerbouwer is, doch hoogstens iemand die met hard
werken en bidden, met veel ploeteren en zwoegen eindelijk
eens wat ruimer brood heeft verdiend dan in het verleden
door crisisomstandigheden voor hem was weggelegd.
Inmiddels, wat wij steeds hebben voorzien, begint zich
nu ahaf te teekenen; de strijd om het bestaan zal ook den
boer en tuinder niet voorbij gaan; de zorgen nemen toe; al