6804 om de vaststelling van het bedrag, dat boven de Rijks bijdrage renteloos ter beschikking zal worden gesteld, op objectieven grondslag te doen geschieden en wel in ver band met de bedrijfslasten, die het desbetreffende boeren bedrijf nog zal kunnen dragen. Zoo is het ons gbleken, dat bij den boerderijenbouw een aanzienlijk percentage van hef te overbruggen bedrag als renteloos crediet zal worden ter beschikking gesteld en dat dit percentage kan gaan voor de kleinere bedrijven tof 75, 85 en en zelfs tot 95%; het laatste met name voor de kleine zandbedrijven van 10 H. A. en minder. Daarbij is echter in aanmerking te nemen, dat de verhoogde gebruikswaarde als gevolg van den nieuwbouw of herstel, niet onder het te overbruggen gedeelte wordt begrepen. De vraag is nu maar of deze grondslag van de bedrijfslasten, die het bedrijf kan dragen, straks ook bepalend zal zijn, indien wordt vast gesteld wat uiteindelijk met het renteloos crediet zal ge schieden. Kan namelijk ook in de toekomst na een vooraf vastgesteld aantal jaren ter zake van het aanvankelijk rente loos ter beschikking gestelde crediet de last tof betaling van rente en aflossing door hef bedrijf niet worden gedragen, dan moei ons inziens de onontkoombare conclusie luiden, dat het renteloos crediet alsdan wordt kwijtgescholden eri alsnog onder de Rijksbijdrage wordt begrepen. M. d. V. Daar Bestuur en Directie van meening zijn, dat, indien deze grondslagen behoorlijk in de regeling kunnen worden vastgelegd er reden tot vertrouwen kan zijn, hebben zij zich op hef standpunt gesteld, dat wij onze medewerking aan de uitvoering van deze maatregelen en ter financiering van hef herstel door de Centrale Bank en de Boerenleen banken niet mogen onthouden indien ons zooals kan wor den verwacht door de Overheid daarom wordt gevraagd. In beginsel zijn wij dan ook ingegaan op het verzoek van de Maatschappij tot Financiering van het Nationaal Herstel N. V. en van den Rijksdienst voor Landbouwherstel, niet in het minst ook omdat wij volledig vertrouwen hebben in bestuurders en directies van deze Rijksdiensten, om de finan ciering van den nieuwbouw der boerderijen geheel door de in aanmerking komende boerenleenbanken te doen geschie den. In zijn rede van zoojuist heeft de Voorzitter van het Bestuur reeds er op gewezen, dat met den nieuwbouw van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 17