6801 Het is mij een aangename plicht een oprecht woord van dank te richten tot allen, die aan het bereiken van genoemde resultaten en aan de succesvolle volvoering der bijzondere prestaties, die van onze instelling werden gevraagd, hebben medegewerkt: aan mijne medebestuurders, aan de leden van den Raad van Toezicht, aan de directeuren en aan alle be ambten der Centrale Bank. Het jaar 1945 heett veel inspanning en arbeid van hen allen gevorderd en vooral van het personeel zijn groote otters van vrijen tijd en extra inspanning gevraagd om het vele werk te verrichten. Ik eindig met de bede, dat het God moge behagen onze Instelling, onze geheele organisatie, alle hare toevertrouwde belangen en ons allen persoonlijk te blijven zegenen. Nadat de voorzitter dank had gebracht aan den heer Fles- kens voor zijn uitvoerige toelichting bij dit agendapunt, werden onder décharge aan het Bestuur de Balans, Verlies- en Winstrekening der Centrale Bank zoomede de Rekening en Verantwoording van het Onderling Waarborgfonds goed gekeurd. VERKIEZINGEN: Tot Bestuurslid werd herkozen de heer Jhr. Mr. J. Th. M. Smits van Oyen te Nuenen. Herkozen werden tot leden van den Raad van Toezicht de heeren C. Moors te Ginneken, A. H. Lohuis te Haarle, G. W. Kampschöer te Wassenaar en C. W. Leentvaar te Rotterdam. Bij agendapunt 7 verkreeg de heer Mr. Ph. van Campen het woord, die als volgt sprak: De mededeelingen, die vanwege Bestuur en Directie aan de algemeene vergadering zijn ie doen, kunnen beknopt zijn. Omtrent de belangrijkste punten van het boerenleen- bankwerk, zooals dat door Bestuur en Directie in hef licht van de geldende omstandigheden wordt gezien, is er on langs gelegenheid geweest uitvoerig met de boerenleen banken van gedachten te wisselen. Vanwege de Centrale Bank zijn er overal in den lande cursussen georganiseerd, waarop in het bijzonder besproken zijn de moeilijkheden, die de kassiers heden ten dage ondervinden in de vervulling van hun ambtsbediening. In de rede van den Voorzitter

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 14