6799
III. En dan tenslotte de toelichting op de eigenlijke jaar
cijfers der C.C.B. Zooais U uit de Verlies- en Winstrekening
op pag. 15 zal zijn gebleken, vloeiden de rente-baten in
overeenstemming met de toeneming der middelen bij de
C.C.B. waaruit blijkt, dat ook de zoo sterk wassende stroom
middelen regelmatig werd belegd, hetgeen aan directie en
personeel heel wat zorgen heeft gekost. De rente-baten staan
met 1.240.000,feboek tegen het vorig jaar met 644
duizend. Ook de inkomsten uit provisiën stegen met
20.000,— tot 110.000,—.
Wat de lasten betreft, zal het ook den niet onbevoor-
oordeelden lezer zijn opgevallen, dat de belastingen een
niet onaanzienlijk deel van de baten opeischten; zulks blijkt
uit de samenstelling van de post onkosten, medegedeeld
op pagina 9; aan belastingen en contributies moest ruim
431 duizend worden betaald, waarvan reeds 250.000,
ten laste van de jaarwinst 1944 was gereserveerd. Ook ten
laste van de rekening '45 werd een reserve voor in de toe
komst verschuldigde belastingen uitgetrokken en wel voor
een bedrag van 215.000,wij hebben niet het vertrouwen
dat deze reserve voldoende zal zijn. Al zal, indien de aan-
hangige plannen van de fiscale overheid doorgang vinden,
wel de vennootschapsbelasting minder zwaar drukken, daar
tegenover zullen wij hebben rekening te houden met de ook
door onze instelling verschuldigde vermcgensaanwasbetas-
fing, in welk lot ook de boerenleenbanken deelen. Al ver
heugt het ons, dat zoowel Centrale Bank als boerenleenban
ken ervan ontheven zijn, door een wijziging in gunstigen zin
van het desbetreffende ontwerp naar aanleiding van hef re-
quesf der beide Centrale Banken, althans over de gefingeerde
koerswinst op het effecfenfonds vermogensaanwasbelasting
te betalen, wij zijn van meening, dat deze belasting deson
danks al te zwaar zal drukken en ook de bedrijfspolitiek der
boerenleenbanken doorkruist, welke erop gericht moet zijn
met de toeneming der toevertrouwde middelen ook de re
serves te versterken. Wij vreezen, dat een belangrijk deel van
de op den grondslag van het door de Tweede Kamer aan
vaarde wetsontwerp verschuldigde vermogensaanwasbelas
ting ten laste van de doorgaans reeds te geringe reserves zal
moeten worden afgeboekt. En wij blijven het daarom betreu
ren, dat in de Tweede Kamer geen meerderheid heeft kun-