6798 wordt geschonken. Dat de boeren in het schenken van ver trouwen niet de minsten zijn, blijkt wel daaruit, dat sinds 1 Juli 1946 de beschikbare middelen bij de C.C.B. weer ge leidelijk opliepen van 487 millioen tot rond 500 millioen per ultimo Augustus 1946. Ik mag ook niet nalaten Uwe aandacht te vragen voor de bedrijvigheid bij de boerenleenbanken en de Centrale Bank om al de transacties uit te voeren, die tenslotte tot al die verschuivingen hebben geleid. In een jaar tijd werden giro opdrachten uitgevoerd tot een gezamenlijke waarde van meer dan 300 millioen. Dat de boerenleenbanken het spoor niet bijster raakten in den doolhof van voorschriften en beschik kingen is o.a. te danken aan de circulaires van de Rechts kundige Afdeeling, die ten getale van 84 de C.C.B. verlieten, alsmede van het voortdurende toezicht van onzen onvermoei- den inspectiedienst. Tusschen de bedrijven door werden beleggingsopdrachten uitgevoerd en een in verband met de effectenregistratie tot 94 millioen uitgegroeide effectenportefeuille beheerd. Tenslotte werden de cijfergegevens voor de statistiek, waar van ik U zoo juist eenige resultaten kon doen hooren, ver zameld en nader bewerkt. Maar bij dat alles mag het gewone boerenleenbankwerk niet worden vergeten. De achterstand in de administraties, die hier en daar is ontstaan, moet nu ten spoedigste worden inge haald. Straks in 1947 kan de geldsaneering daarvoor geen excuse meer zijn. En ook gaan wij weer als vanouds werken aan de ontwikkeling van de bank: het crediefwezen gaat weer onze aandacht vragen, want het ziet er naar uit, dat boer en tuinder nog heel wat geld noodig hebben alvorens hun be drijven weer op orde zijn. En al zitten we nu nog ruim in het geld, straks kan het anders worden en dus moeten wij paraat zijn om de ereditgsiden aars te trekken; ook door het over- schrijvingsverkeer te bevorderen. Voor al die vraagstukken moeten wij ons nu al weer pre pareeren; met het oog daarop v/erden nog onlangs cursussen voor kassiers en beheerders georganiseerd, waaraan door di rectie en inspectie medewerking werd verleend. Wij vertrou wen, dat die cursussen rijke vruchten zullen dragen voor de ontwikkeling van het boerenleenbankwerk door de toewij ding van de kassiers en plaatselijke beheerders om de gege ven aanwijzingen op te volgen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 11