t 6782 komst hare reserves belangrijk zullen kunnen versterken zonder daarover belasting verschuldigd te zijn. Van deze mogelijkheid zal in de toekomst in sterke mate gebruik moeten worden gemaakt na de tiscale slachting, die door de V. A. B. in de reserves der boerenleenbanken zal worden aangericht. DE RENTABILITEIT DER BOERENLEENBANKEN. Hoewel hef winststreven de boerenleenbank niet in het bloed zit, doch uitsluitend het belang van den land- en tuinbouw en in het bijzonder van de aangesloten leden, drijfveer voor haar handelen is, zal de bank toch alleen reeds uit zelfbehoud bij voortduring bedacht dienen te zijn op handhaving eener gezonde rentabiliteit. Niet slechts moeten de onkosten kunnen worden goedgemaakt, doch ook moet tenminste een bescheiden winst overblijven, die tot versterking van de reserve kan worden aangewend. Het is allemaal al dikwijls gezegd, maar het kan toch niet voldoende worden herhaald. De beheerders eener boerenlenbank dienen dan ook geregeld, om hef zoo eens te noemen, de bank bij den pols te nemen of de thermo meter aan te leggen en derhalve na te gaan, hoe hef er met de rentabiliteit van de boerenleenbank voorstaat. Daartoe is thans bijzonder aanleiding, nu onlangs tof wijziging van de rente-tarieven werd geadviseerd en de beheerders of reeds een besluit hebben genomen om de bij de boerenleenbank gebruikelijke rente-tarieven opnieuw vast te stellen, dan wel een zoodanige vaststelling nog in beraad hebben. Daarbij is wel in aanmerking te nemen, dat de voorge stelde opheffing der renfe-confirtgenteering de boerenleen- bank op hei stuk van het handhaven der rentabiliteit voor een krachtproef sfelt, die, mits behoorlijk uitgevoerd, een krachtige stimulans kan befeekenen voor een gunstige ont wikkeling van de bank, doch die bij een onjuiste vaststelling al spoedig tot verliezen aanleiding kan geven. Men lette er vooral op, dat de aangekondigde verhooging van de reke- ning „Dagdeposito" der boerenleenbanken bij de C. C. B. eerst ingaat per 1 Juli 1946.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 7