6772
bezittingen in het beginvermogen waren gewaardeerd, inge
trokken. Ten aanzien van dit punt valt op te merken, dat
indien deze herwaardeering al eenige vermogensaanwas
tot gevolg zou hebben gehad, ten opzichte van de boeren
leenbanken en hare centrales, die geen van allen in eenigs-
zins beteekenende mate onroerend goed of schepen
bezitten, van compensatie geen sprake kan zijn. Zij kunnen
derhalve van de beoogde uitwisseling van fiscale voordeelen
slechts nadeel en geen voordeel hebben met als gevolg,
dat zij naar verhouding tof de andere instellingen, die onder
omstandigheden van de voordeelige fiscale waardeering van
onroerende goederen en schepen wel kunnen1 profiteeren,
zwaarder worden belast, dus dat zij naar verhouding van haar
reserves een groofer deel aan den fiscus moeten opofferen.
Bij handhaving van de op dit punt bij de Memorie van
Antwoord aangebrachte wijziging dient dan ook tenminste
te worden bepaald, dat de 5% aftrek berekend moet
blijven over de waarde der in hef beginvermogen begrepen
bezittingen, verminderd met de waarde der onroerende
goederen en schepen, voor zoover deze op -den tweeden
peildatum nog aanwezig waren.
Tegen de onderhavige wijziging in hef ontwerp, zooals
deze thans luidt, pleit ook, dat daardoor de reeds bestaande
rechtsongelijkheid tusschen natuurlijke personen en lichamen,
wat betreft de heffing van de vermogensaanwasbelasfing,
nog in aanzienlijke mate is verscherpt. Zoowel voor natuur
lijke personen als voor lichamen bestaat in gelijke mate de
mogelijkheid dat in het eindvermogen al dan niet gereali
seerde stille reserves tot uitdrukking worden gebracht. Indien
voor de natuurlijke personen een aftrek daarvoor wordt toe
gelaten, dan eischt de billijkheid, dat die aftrek ook aan de
lichamen wordt toegestaan.
Ondergefeekenden meenen er derhalve aanspraak op te
mogen maken, dat te haren opzichte alsmede voor de
plaatselijke boerenleenbanken, voor zoover voor deze on
verhoopt geen vrijstelling van vermogensaanwasbelasfing
zou worden verleend, de aftrek van een bepaald percentage
van de waarde der in het beginvermogen begrepen bezit
tingen, zooals deze in hef oorspronkelijk ontwerp was vervat,
dan wel een daarmee gelijk te stellen aftrekpost, wordt
toegestaan.