6773
De hiervoor geschetste bezwaren tegen de heffing van
de vermogensaanwasbelasting fen laste van de boeren
leenbanken en van de centrale banken wordt te sterker
gevoeld, wegens de in het ontwerp opgenomen regeling
voor waardeering van effecten. Uit hoofde van haar bedrijf
als spaarinstellingen zijn de boerenleenbanken en de cen
trale banken verplicht een groot deel harer middelen in
effecten te beleggen. Juist dit relatief groot bezit aan
effecten heeft tot gevolg, dat de vermogensaanwasbelasting
voor de boerenleenbanken en derzelver centrale instellingen
veel te zwaar gaat drukken, daar reeds uitsluitend op
dit bezit, ook indien wordt rekening gehouden met een
aftrek van 10% van de waarde van de in het beginvermogen
begrepen effecten, gemiddeld een aanwas van 15% der
nominale waarde moet worden berekend.
Gezien het karakter van het bedrijf wordt de effecten
portefeuille uisluitend aangehouden als belegging en is het
nimmer de bedoeling deze effecten, voordat zij worden
uitgeloot, af fe stooten. Dit blijkt ook zeer duidelijk uit de
wijze, waarop de effecten worden gewaardeerd, n.l. op
den aanschaffingsprijs doch voor niet meer dan 100%. Van
eenige vermogensaanwas of verlies op hef effectenbezit
kan bedrijfsfechnisch zoolang het bedrijf niet wordt geliqui
deerd, geen sprake zijn.
Het resultaat van een heffing van vermogensaanwasbelas
ting ten laste van de boerenleenbanken en van de beide
centrale banken bij waardeering van haar effectenbezit vol
gens beurskoersen zou tof gevolg hebben, dat de aanwezige
reserves zouden dalen tot beneden het peil per 1 Mei 1940
en zulks terwijl de verplichtingen verveelvoudigd zijn,
waartegenover dan ook bij een normalen gang van zaken
hoogere reserves zouden moeten kunnen worden gesteld.
Op grond van bovenstaande overwegingen verzoeken
Requesfranten Uwe Excellentie het daarheen te leiden:
1. dat de boerenleenbanken fiscaal gelijk worden behan
deld met de spaarbanken, derhalve uitdrukkelijk van de
belasting worden vrijgesteld;
2. dat de beide centrale banken, wat betreft de waardee
ring van haar effectenbezit gelijk worden gesteld met de
levensverzekeringsinstellingen, spaarkassen en bouwspaar-