6750
te gaan tot een verlaging van de thans geldende rentetarieven
in het verkeer tusschen Centrale en boerenleenbanken, terwijl
wij de beheerders der aangesloten banken dringend in over
weging geven ook hunnerzijds de geldende rentetarieven te
herzien aan de hand van de hierna volgende voorstellen.
Daarnaast hebben wij onder oogen te zien, dat de aan
onze instelling toevertrouwde gelden nog altijd van zoodani-
gen omvang zijn, dat moet worden aangenomen, dat een
aanzienlijk deel daarvan zal worden weggetrokken door de
toepassing van de aangekondigde tiscale maatregelen. Wij
achten ons dan ook niet gerechtigd de rentecontingenteering,
zooals die laatstelijk werd vastgesteld bij onze circulaire
nr. 174 van 22 December 1943, nu reeds op te hetten. Hand
having der rentecontingenteering maakt het ons mogelijk om
de noodzakelijk geachte renteverlaging tot het strikt onver
mijdelijke te beperken met het gevolg evenwel, dat een dub
bel rentetarief noodig blijft. Hieruit vloeit voort, dat ook de
splitsing der rekeningen van de boerenleenbanken bij de
Centrale in een rekening genaamd: „Dagdeposito", waarover
de Centrale Bank aan de boerenleenbanken een hoogere
rente vergoedt, en de eigenlijke loopende rekening, waar
over een lagere rente wordt vergoed en waarop als steeds de
opnamen en stortingen worden geboekt, die ten laste of ten
gunste van de boerenleenbanken geschieden, voorshands
dient te worden gehandhaafd.
Het bestaande renteconfingenteeringsstelsel, zoowel bij de
Centrale als bij de boerenleenbanken, blijft derhalve voors
hands in beginsel ongewijzigd; alleen de rente-tarieven wor
den veranderd.
Alhoewel het voor velen een teleurstelling zal zijn, dat
ondanks de in te voeren renteverlaging, de rentecontingen
teering met de daaraan verbonden administratieve bezwaren
nog niet kan worden opgeheven, hechten wij er aan, ons
vertrouwen uit te spreken, dat een geleidelijk opvoeren van
het bedrag der rekening „Dagdeposito", dat ons voor oogen
staat, gepaard gaande met een geleidelijk verder wegtrekken
van bij de boerenleenbanken gestorte abnormale geld-
hoeveelheden, op den duur als vanzelf de getroffen bij
zondere maatregelen zal doen vervallen.
Inmiddels beseffen wij", dat de hierboven geschetste maat
regelen van renteverlaging en voorloopige handhaving der