6759 fe stellen, dat de tijdelijke overtollige bedrijfsmiddelen, welke bij onze boerenleenbanken uitstaan, als regel niet op spaar rekeningen moeten worden verantwoord, doch op loopende rekeningen thuis hooren. Overigens blijft de renteregeling gelden zooals vervat-in onze circulaire No. 217 van 10 Mei 1946. Daarin is dus alleen in zooverre wijziging gekomen, dat de rekening „Dagdepo sito" van de boerenleenbanken bij onze Centrale Bank reeds nu kan worden verhoogd en dat in verband daarmede de contingenteering of korfing op de vrije spaarrekeningen bij de boerenleenbanken komt te vervallen, waardoor dus op alle vrije spaarrekeningen een rente van 2/4°/o wordt ver goed. Als gevolg hiervan zal de rente op geblokkeerde spaarrekeningen dienen te worden verlaagd voorzoover de rentabiliteit der bank zulks noodig maakt. Alhoewel de met 's-Rijks Schatkist getroffen regeling voors hands slechts geldt voor den duur van één jaar, vertrouwen wij in staat te zullen zijn de hiervoor besproken maatregelen, welke het sparen bij de boerenleenbanken krachtig kunnen bevorderen, ook daarna te handhaven. Wij meenen U fe moeten aanbevelen een en ander op gepaste wijze ter kennis te brengen van de spaarders en zoodoende het sparen te bevorderen, waardoor een groot algemeen belang alsmede het belang der boerenleenbanken wordt gediend. N. V. BORG-MIJ. VOOR LAND- EN TUINBOUW. In de op 6 April l.l. gehouden Algem. Vergadering van de N. V. Borg. Mij. voor Land- en Tuinbouw werd het dividend over 1944 vastgesteld op 4°/o, betaalbaar tegen dividend bewijs No. 22. VOORSCHOT- EN CREDIETVERLEENING. In verband met de uitleeningen komt het ons gewenscht voor, op het volgende de bijzondere aandacht van de be heerders onzer banken te vestigen: Uit de aanvragen, welke aan de Centrale Bank ter goedkeuring worden ingezonden, blijkt dat hef doel, waarvoor voorschotten of crediefen in loopende rekening worden gevraagd, dikwijls is: betaling

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 12