6758 1 Bank in staat stelt het Dagdeposito overeenkomstig het vorenstaande te verhoogen, zijn evenwel eenige voorwaar den verbonden, waarbij ook de boerenleenbanken zijn be trokken en die wij gemeend hebben voor haar te kunnen aanvaarden. Dit komt hierop neer, dat met ingang van 1 Juli a.s. de rente, welke door de boerenleenbanken op de vrije spaarrekeningen worden betaald, tenminste gelijk zal zijn aan die, welke de Rijkspostspaarbank op spaarboekjes vergoedt. In verband hiermede geven wij U in overweging de rente voor alle direct opvorderbare gelden op vrije spaarrekening overeenkomstig het algemeen rentetarief voor boerenleen banken, zooals opgenomen in onze circulaire van 10 Mei 1946 onder a, zonder contingenteering of korting te stellen op 2J4#/o. De opheffing van de rentekorting voor de vrije spaarreke ningen zal ondanks de verhooging van de rekening „Dag deposito" van de boerenleenbanken bij onze Centrale Bank tot gevolg kunnen hebben dat de rentabiliteitspositie der boerenleenbanken ongunstig wordt beïnvloed. Er zullen dan maatregelen dienen te worden genomen ter handhaving van de rentabiliteit; hiertoe ware de rente op de geblokkeerde spaarrekeningen te verlagen, zoodanig dat een behoorlijke rentabiliteit der banken gewaarborgd blijft, waarbij het aan beveling kan verdienen deze verlaging niet ten volle toe te passen ten aanzien van oude, trouwe spaarders, die van ouds her hun spaargelden aan de boerenleenbank hebben toever trouwd. Overigens zal het goed zijn, om spaarders, die op een zeker rendement van hun gelden zijn aangewezen en die door renteverlaging op geblokkeerd tegoed moeilijkheden ondervinden, te adviseeren op het Grootboek 1946 in te schrijven, althans voor zoover zij op redelijke gronden niet kunnen Verwachten, dat zij voor deblokkeering in aanmerking komen. Wat dit laatste betreft: het is ons bekend, dat slechts in uitzonderingsgevallen (o.m. voor productieve investee- ringsdoeleinden) deblokkeering wordt toegestaan. De beperking van de opheffing der contingenteering uit sluitend tot de vrije spaarrekeningen stelt in het licht, dat de strekking van de hierboven besproken maatregelen is, het sparen bij de boerenleenbanken te bevorderen en dus we derom vrije spaargelden bij de boerenleenbanken aan te trekken. Daarbij hebben wij ons evenwel op het standpunt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 11