6730
1. Het wetsvoorstel beoogt te belasten den vermogens-
aanwas, die er bij de belastingplichtigen heeft plaats ge
vonden in de periode, die valt tusschen een datum in Mei
1940 (eerste peildatum) en een datum vallende tusschen
Juni 1945 en Mei 1946 (tweede peildatum). Het wetsvoorstel
maakt onderscheid tusschen natuurlijke personen en licha
men als vennootschappen, coöperaties etc. Coöperatieve
vereenigingen en andere vereenigingen op coöperatieven
grondslag zijn uitdrukkelijk onder de vermogensaanwasbe-
lasting gebracht; (art. 2, lid 2) ook de boerenleenbanken
zijn dus in beginsel daaraan onderworpen. Ook kan men
aannemen, dat de landbouwers er pracfisch allen onder zul
len vallen, als behoorende tot de groep natuurlijke personen,
die tijdens het belastingtijdvak hier te lande hebben ge
woond.
2. Alles wat iemand gedurende de jaren 19401945 in
vermogen is vooruitgegaan is geen vermogensaanwas. Wan
neer de vermogensvooruitgang ontstaan is door schenking
of erfenis, wordt het bedrag van die schenking of erfenis
niet als aanwas aangemerkt. Heeft iemand daarentegen een
schenking gedaan, dan wordt zijn vermogensvooruitgang
vermeerderd met het bedrag van deze schenking om tot den
belastbaren vermogensaanwas te komen.
3. Van groot belang zijn de waardeeringsgrondslagen.
Men spreekt van vermogen, wanneer men de bezittingen
van welken aard ook, als ze maar geldswaarde hebben,
waardeert tegen verkoopprijzen, verminderd met de schul
den. Vermogensaanwas is er nu, als men het vermogen van
den tweeden peildatum vermindert met hef vermogen van
Mei 1940.
De groofe moeilijkheid is nu, dat de verkoopprijzen op den
tweeden peildatum, niet altijd bekend zijn of zeer onzeker
zijn. Daarom geeft het wetsvoorstel allerlei waardeerings-
regels voor de verschillende vermogensbestanddeelen (Art.
6, aftrek van belastingschulden; Art. 7. bontwerk, goud, zil
verwerk, paarlen; Art. 8. goodwill; Art. 9. polissen van
levensverzekering; Art. 11 waardeering ingegane lijfrente;
Art. 12. waardeering van aandeelen en winstbewijzen van
een Nederlandsche N.V.; Art. 13. waardeering van andere
effecten). De datum van waardeering van binnenlandsche