6726 slechts een voorloopige maatregel. Wij moeten dus ermede rekening houden, dat in de toekomst op groote schaal het geld bij de boerenleenbanken zal worden weggetrokken; tegelijkertijd valt ie verwachten een steeds toenemende cre- dietvraag, waarvan wij thans de voorboden reeds kunnen waarnemen. Op nieuwe spaar-inlagen hoe noodzakelijk overigens ook kunnen wij waarschijnlijk nog niet rekenen, (op het belangrijke onderwerp van de noodzakelijkheid van het sparen, juist nu, hopen wij spoedig terug te komen). Ons boerenleenbankwezen zal dan ook in de toekomst hoe onwaarschijnlijk zulks ook thans moge klinken bedacht moeten zijn op toevoer van nieuwe middelen aan zijn geldreservoir. Een belangrijk middel ter versterking daarvan kan zijn het leiden van den geldstroom naar de boe renleenbanken en naar onze Centrale door het girale geld verkeer. De gelden, welke binnen korten of langen tijd voor betalingen zullen worden gebruikt, moeten, evenals de spaargelden, niet ongebruikt in ,,de kous" blijven, doch dienen bij de Boerenleenbank op rekening te worden ge stort, ten einde aldus actief ten bate van hef agrarisch be drijfsleven te kunnen worden aangewend. Daarom willen wij paraaf zijn. Op de Centrale worden de plannen klaar ge maakt om aan alle eischen van hef girale geldverkeer te kunnen voldoen; wij rekenen daarbij op de medewerking van de boerenleenbanken. De credietverstrekking. Op de bijzondere moeilijkheden, aan de verleening van credieten en voorschotten verbonden, in verband met de velerlei en steeds wisselende regelingen van overheidswege, willen wij thans niet ingaan. Het gaat er over om de aandacht te vestigen op de bijzondere eischen van juist bankbeleid, die in den overgangstijd, waarin wij ons thans bevinden, aan de credietgeving moeten worden ge steld. Voorop zij gesteld, dat alle richtlijnen van vroeger onverkort gelden. Na de periode van groote geldruimte en weinig credietvraag is het wellicht dienstig de kennis daar van weer eens opnieuw op te frisschen. Wij verwijzen daar voor naar de bekende brochure no. 2, getiteld: „Het ver- leenen van voorschotten en credieten". Daarnaast meenen wij, dat extra zal moeten worden gelet op de soliditeit der uit te zetten credieten en voorschotten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 3