MAANDELIJKSCHE MEDEDEELINGEN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN No. 328 Maart 1946 DE BOERENLEENBANKEN IN DEN OVERGANGSTIJD. Wij leven in een tijd van overgang; de overgang van de oorlogs- naar de vredeseconomie. Van een oorlogseconomie kon overigens voor ons land moeilijk worden gesproken. Kort en krachtig werd de positie van ons land in den oorlog geschetst door den Voorzifter van het Bestuur in zijn over zicht over 1944, aat hij gaf op de laatste jaarvergadering: „de vijand heeft ons land uitgeplunderd en uitgehongerd en getracht ons onder een lawine van papier te bedelven". Van deze papier-economie moeten wij weer naar een volks huishouding, waarin de productie er weer op is gericht ons met alle mogelijke nuttige goederen en zaken te voorzien, ons productie-apparaat weer op peil te brengen, kortom de welvaart in het land te doen wederkeeren. Voor het zoover is, moet de papierwinkel zijn opgeruimd. De overgangstijd kenmerkt zich dan ook in alle mogelijke levensgebieden door het maken van schoon schip niet in de laatste plaats geldt dat voor den financiëelen sector, waarin de opruiming met kracht is aangepakt en in welk opruimingswerk de boerenleenbanken een belangrijk aan deel hebben. Enorm werk is er dan ook door de Kassiers reeds gepresteerd voor de geldzuivering en de saneering van s lands financiën in hef algemeen. Al werkende blijken echter verschillende moeilijkheden, die typisch samenhan gen met dezen overgangstijd. Deze moeilijkheden zijn hef, waaraan wij in dit artikel onze bijzondere aandacht willen geven. Zij betreffen hef girale geldverkeer, dat eenige orga nisatorische moeilijkheden heeft geschapen. Hoe kunnen deze worden opgelost? De crediefversfrekking komt weer aan de orde. Hoe moeten wij ons daartegenover instellen?

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1946 | | pagina 1