6693
Rapport der Commissie ad hoe inzake Pensioen
regeling voor de kassiers der plaatselijke banken,
aangesloten bij dc Coöperatieve Centrale Boeren
leenbank te Eindhoven,
Aan het Bestuur der
Coöperatieve Centrale Boerenleenbank.
V
contingenteering door renteverlaging over een gedeelte der toegevloeide
middelen moeten doorvoeren. Deze contingenteering is matig geweest. En
al is het niet uitgesloten, dat de contingenteering nog eens verscherpt zal
moeten worden, U kunt er allen van overtuigd zijn, dat de Centrale Bank
met de belangen der aangesloten banken in sterke mate rekening houdt en
ook in de toekomst rekening zal blijven houden. Trouwens men verlieze
niet uit het oog, dat de geldtoevloed, welke onze instelling ondervindt, bij
alle andere bank- en credietinstellingen valt waar te nemen, zoodat wij
met een algemeen verschijnsel te doen hebben, tengevolge waarvan de geld
en kapitaalmarkt zeer ruim zijn. Men kan vrij aannemen, dat geen enkele
andere instelling in staat zou zijn aan de boerenleenbanken dezelfde rente-
voorwaarden te bieden als bij onze Centrale Bank het geval is geweest.
Dit zij U een teeken, dat ons Bestuur zich het coöperatief karakter onzer
instelling volkomen bewust is."
Onder décharge aan Bestuur en Raad van Toezicht werden de Balans, Ver
lies- en Winstrekening over 1943 met voorstel tot winstverdeeling en de
Rekening en Verantwoording van het Onderling Waarborgfonds over 1943
goedgekeurd.
Tot leden van den Raad van Toezicht werden herkozen de heeren M. Galiart
te Stevensweert (L.), J. B. van Kampen te Spierdijk (N.-H.) en J. G. A.
Opfergelt te Wijnandsrade (L.) en tot Bestuurslid de heer Th. P. H.
Rutten te Horst (L.).
Bij agendapunt 7 werden door den Eersten Directeur Dr. G. W. M. Huys-
mans enkele mededeelingen gedaan met betrekking tot het rapport der
Pensioencommissie 1943.
Bij besluit van Uw Bestuur d.d. 11 Augustus 1943 werd onze Commissie
ingesteld met het verzoek van advies te dienen betreffende de vraag of en
zoo ja welke wijzigingen dienen te worden aangebracht in de Pensioen
regeling voor de kassiers, welke in 1931 is vastgesteld en in werking getreden
(Pensioenregeling 1931).
Als leden der Commissie werden bereid gevonden zitting te nemen de heeren:
A. N. FLESKENS, Voorzitter van het Bestuur der C.C.B.
P. VAN GEMERT, Hoofdinspecteur der C.C.B.
C. H. GOETSTOUWERS, Directeur der Boerenleenbank te Zundert N.Br.
K. M. VAN HINSBERG, Kassier der Boerenleenbank te Lutterade-
Krawinkel L.
Dr. Mr. L. VAN HUSSEN, Tweede Directeur der C.C.B.
Dr. G. W M. HUYSMANS, Eerste Directeur der C.C.B.