6691 afbraakproces in het agrarische bedrijfsleven, behoeft het geen betoog, dat dit verschijnsel van aflossingen en abnormaal hooge inlagen alles behalve een welvaartverschijnsel is. Een en ander neemt niet weg, dat onze landbouwcredietorganisatie in dezen tijd aan haar leden en aan geheel de landelijke bevolking groote en goede diensten bewijst. „De Boerenleenbank is de brandkast van het platteland", aldus luidt een aloude propagandaleuze. Inderdaad hebben de boerenleen banken nu meer dan ooit tot taak de beschikbare gelden van de landelijke bevolking veilig en goed te bewaren, opdat de middelen zoodra zij weer in het bedrijf noodig zijn gemakkelijk en onverkort ter beschikking van den boer en tuinder en van het bedrijfsleven ten plattelande kunnen worden gesteld. Daarnaast is het in dezen tijd, nu de echte spaarzaamheid deze oeroude boeiendeugd tengevolge van den geldovervloed dreigt te gaan verminderen, de taak der boerenleenbanken om juist tot spaarzaamheid aan te manen en de boerenbevolking tot den spaarzin op te roepen. Van daar dan ook, dat ons Bestuur zich in dezen tijd nog eens extra geroepen acht het jeugdsparen te bevorderen. En laten wij verder wel bedenken, dat hoe beter de boerenleenbanken thans haar taak van spaar- en deposito- banken voor de landelijke bevolking en het landelijke bedrijfsleven ver vullen, zij zich des te beter voorbereiden om na den oorlog haar taak als voorschot- en credietbank naar behooren te vervullen. Nu de geldruimte verder zoo overvloedig is, hebben de boerenleenbanken ruimschoots de gelegenheid om de bevolking ten plattelande te leeren op doelmatige wijze van de diensten der bank gebruik te maken. Het bank- giroverkeer, waardoor de boerenleenbank den boer en tuinder behulpzaam is in zijn geldhandelingen, moet door onze organisatie in steeds toenemende mate worden bevorderd. De boerenleenbanken kunnen voorts inzonderheid in dezen tijd haar leden van dienst zijn door effecten voor hen in bewaring te nhmen en coupons te verzilveren; kortom al datgene te verrichten, waar door onnoodig risico en tijdverlies voorkomen wordt. Zeker van de kassiers der boerenleenbanken wordt in dit opzicht steeds meer scholing en vaar digheid veteischt, doch de ervaring leert ook hier, dat bij voldoenden toeleg en bekwaamheid schitterende resultaten in betrekkelijk korten tijd bereikt kunnen worden. En tal van kassiers van boerenleenbanken hebben dan ook de laatste jaren dusdanig werk verricht, dat zij niet enkel de werking en het nuttig effect van hun boerenleenbank hooger op konden voeren, doch tevens hun eigen positie belangrijk konden verbeteren. Velen verdienen in dit verband een extra woord van hulde voor hun volgzaamheid en vooruit strevendheid. Nu ik het toch over de kassiers heb, wil ik niet nalaten iets over de functie van kassier in het algemeen te zeggen. Nog maar al te vaak moeten wij con- stateeren, dat bij het ontstaan eener kassiersvacature de beheerders der plaatselijke bank geen juist begrip hebben van de eischen, welke aan een goed kassier zijn te stellen. Eerlijkheid, voorzichtigheid, betrouwbaarheid, wijsheid, het is vanzelfsprekend, dat de solliciteerende candidaat aan deze eischen moet voldoen. Doch daarnaast moet hij tevens voldoende alge- meene ontwikkeling, bekwaamheid en voortvarendheid bezitten om zich in de banktechnische en administratieve zaken spoedig en algeheel te kunnen inwerken. Wanneer ergens een directeur van een zuivelfabriek moet worden benoemd, acht men het vanzelfsprekend, dat een technisch en administratief voldoende bekwame kracht wordt uitgezocht. Maar waarom dan niet bij de benoeming van een kassier eener boerenleenbank overeenkomstige eischen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1944 | | pagina 3