6688 geen in de praktijk nogal eens voor komt, vooral wanneer het boedels betreft waarin vele personen gerech tigd zijn, dan geldt een speciale rege ling. Ónderscheid moet hierbij wor den gemaakt tusschen erflaters die legitimarissen (kinderen of kleinkin deren) hebben nagelaten en nalaten schappen waarin uitsluitend perso nen gerechtigd zijn, die geen aan spraak op een wettelijk erfdeel kun nen doen gelden. In het eerste geval, wanneer dus de nalatenschap in rechte linie overgaat, heeft de exe cuteur-testamentair de medewerking van alle legitimarissen noodig om over de activa van den boedel te kunnen beschikken. Zonder uitdruk kelijke machtiging door de legitima rissen staat het derhalve den execu teur-testamentair niet vrij om een bij de Boerenleenbank uitstaand tegoed op te nemen en kwijting daarvoor te geven. Zijn er echter geen legiti marissen en gaat dus de nalatenschap over in de zijlinie of aan derden, dan kan de executeur-testamentair zon der eenige medewerking van de erf genamen het tegoed van den over ledene naar eigen inzicht opnemen. Een persoon, die zich bij de Boeren leenbank als executeur-testamentair over een opengevallen nalatenschap aanmeldt, zal zich als zoodanig moe ten legitimeeren door overlegging van een door den notaris af te geven verklaring. Hoe moeten nu in al deze gevallen de kwitanties worden geteekend? Wordt het tegoed door alle erfgena men tezamen in ontvangst genomen, dan moeten ook allen eigenhandig de kwitantie teekenen. Voorzoover het een spaartegoed is, geschiedt dit op de laatste bladzijde van hef bij de uitbetaling door de erfgenamen in te leveren boekje. Boven de handteeke- ningen wordt eerst door den kassier geschreven: „De Erven X", waaron der dan de verschillende handteeke- ningen volgen. Heeft de uitbetaling plaats aan een door de erfgenamen aangewezen gemachtigde, dan kwi teert deze: „Namens de Erven X". Hetzelfde geldt voor den executeur- testamentair, indien hij met uitslui ting van de erfgenamen gerechtigd is over het tegoed te beschikken. Zijn er echter kinderen of andere legiti marissen, dan moeten ook zij teeke nen, tezamen met den executeur, tenzij zij laatstgenoemden weer schriftelijk zouden machtigen dit mede namens hen te doen. Ook moet de executeur bij zijn handteekening steeds zijn hoedanigheid vermelden, op gelijke wijze als dit b.v. een voogd of een curator heeft te doen. Wij schreven hierboven, dat de ver klaring van erfrecht ook de woon plaats van de erfgenamen moet be vatten. De bank moet dit weten om te kunnen nagaan of er zich onder de erfgenamen misschien personen bevinden welke niet-ingezetenen zijn in den zin van de Deviezenverordé- ning d.w.z. niet wonen binnen het bezette Nederlandsche gebied. In dat geval gelden speciale regelen en dient men zeker niet tot uitbetaling over te gaan alvorens advies te heb ben ingewonnen bij de Centrale Bank. Soms moeten wij wel eens ervaren, dat een of meer erfgenamen beslist weigeren te teekenen. Het kan ge beuren, dat die erfgenamen welke tot de afrekening willen medewerken, ernstig gedupeerd zouden worden door het feit dat, als gevolg van deze weigering, het tegoed niet kan wor den uitbetaald. In een dergelijk ge val zou aan 'hen, die hun medewer king daartoe verleenen desnoods hun aandeel kunnen worden uitgekeerd. Dit moet echter uitzondering blijven en de boerenleenbank mag zeker niet tot zulk een gedeeltelijke uitbetaling overgaan voordat zij met zekerheid weet voor welk gedeelte iedere erf genaam precies gerechtigd is. Over leg met de C.C.B. is in zulk een ge val gewenscht. K 1951

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1944 | | pagina 8