het legateeren van spaargelden (zie
Mededeelingen no. 309 blz. 6546)
werd gezegd, treden bij overlijden
van een persoon, diens erfgenamen
in zijn plaats. Aan hen komt dus het
recht toe om te beschikken over de
gelden welke de overledene van de
Boerenleenbank tegoed heeft en des
wege kwijting te geven. Hieruit volgt
dat bij de uitbetaling van zulk een
tegoed ook alle erfgenamen, en wel
bij voorkeur gezamenlijk, moeten
medewerken, althans voorzoover zij
meerderjarig zijn. Voor een minder
jarige treedt zooals bekend de va
der resp. de voogd op, en voor een
in gemeenschap van goederen ge
huwde vrouw de echtgenoot.
In vele gevallen is zonder veel moeite
vast te stellen wie de erfgenamen
zijn. Indien b.v. de vrouw van een
overledene en ook de kinderen nog
allen in leven zijn, zijn zij gezamen
lijk erfgenamen en als zoodanig
rechthebbenden op het tegoed. In
gewikkelder wordt de situatie wan
neer een gehuwde zoon of dochter
vóór den erflater mocht overleden
zijn, in welk geval de kleinkinderen
in de plaats van hun vooroverleden
vader of moeder in den boedel van
hun grootvader opkomen. Ingewik
keld kan ook de situatie zijn indien
de erflater tweemaal gehuwd is ge
weest. Is echter de overledene nooit
gehuwd geweest, dan wordt voor de
b..nk vrijwel onmogelijk om precies
uit te zoeken wie nu eigenlijk erfge
namen zijn, zeker wanneer zoo'n per
soon een aantal neven en nichten
als erfgenamen heeft nagelaten.
Daarenboven bestaat er groote kans,
dat hij bij testament andere perso
nen tot erfgenamen heeft benoemd
dan zij die kracniens wettige erfop
volging in den boedel zouden ge
rechtigd zijn geweest. Voldoende ze
kerheid hieromtrent kan de bank
zich verschaffen door van degenen,
die zich als erfgenamen van den
overledene aandienen een door den
notaris af te geven verklaring van
erfrecht te vorderen. Uit deze ver
klaring moet blijken wie nu eigenlijk
de erfgenamen zijn, waar zij wonen
en voor welke gedeelten zij in den
boedel kunnen opkomen. Wanneer
dus door de Boerenleenbank zelf niet
kan worden vastgesteld wie erfgena
men zijn en voor welke gedeelten,
moet zij zich steeds een dergelijke
verklaring laten overleggen vooral
wanneer het om een bedrag van 'be-
teekenis gaat.
Zijn er vele erfgenamen of wonen zij
over verschillende plaatsen verspreid
dan is het dikwijls moeilijk allen bij
een te krijgen voor het in ontvangst
nemen van het tegoed. Dit bezwaar
kan worden ondervangen door een
schriftelijke, op zegel van 30 cent te
stellen volmacht waarbij degenen,
die niet persoonlijk verschijnen een
of meer van de mede-erfgenamen
(of een derde) machtigen om mede
namens hen de gelden in ontvangst
te nemen en daarvoor te kwiteeren.
De kassier kan dan aan de hand van
de verklaring van erfrecht nagaan of
alle afwezige erfgenamen ook wer
kelijk de volmacht hebben geteekend.
Zou men ernstige reden hebben om
aan de echtheid van een daarop
voorkomende handteekening te twij
felen, dan kan legalisatie daarvan
b.v. door den burgemeester worden
verlangd. Het verdient echter aanbe
veling om in zulk een geval eerst
even advies te vragen aan de C.C.B.
die ook steeds gaarne bereid is zich
met de controle van verklaring van
erfrecht en volmacht te belasten.
De aandacht zij er in dit verband
nog op gevestigd, dat de erflater niet
bevoegd is tijdens zijn leven een be
paalde persoon bij volmacht aan te
wijzen, om later het tegoed voor de
erfgenamen in ontvangst te nemen
daar juist door het overlijden zulk
een volmacht komt te vervallen. Uit
sluitend de erfgenamen zelf hebben
dus hierover te beslissen wanneer de
erfenis is opengevallen.
Heeft de erflater een executeur-tes
tamentair met de uitvoering van zijn
uiterste wilsbeschikking belast, het-