beeld toelicht bespaart zulks de C.C.B. en hem veel noodeloos gezoek en ge- correspondeer. 4. Het is de bedoeling, dat iedere boerenleenbank in haar grootboek III een afzonderlijke rekening „Dagdepo sito" 2%°/o van de C.C.B. aanlegt, im mers ook de C.C.B. heeft het dag deposito per 31 December 1943 van de loopende rekening naar een af zonderlijke rekening Dagdeposito overgeboekt. 5. Een boerenleenbank make de con- tingenteering niet te ingewikkeld doch bepale deze op eenvoudige en overzichtelijke wijze. Zoo niet, dan zit de kassier later bij de rentebereke ning met de moeilijkheid en met extra werk. Ingewikkelde systemen opzetten is geen kunst en deze ten uitvoer te brengen is zeer moeilijk! 6. Dikwijls wordt aan de C.C.B. de vraag gesteld, welk stelsel van con- tingenteering acht U het meest aan bevelenswaardig. Het is daarom goed deze vraag hier nog eens in het alge meen te beantwoorden. Vooropgesteld zij, dat niet overal op precies dezelfde wijze en tot de zelfde bedragen gecontingenteerd kan worden. Men moet er daarom mede rekening houden, dat de cijfers, welke wij hieronder noemen en welke wij in het algemeen in de voorbeelden van onze circulaires en in de „Mededee- lingen" noemden, inderdaad ook slechts voorbeelden zijn. De cijfers zullen zeker plaatselijk verschillend moeten zijn naargelang den aard der rekeninghouders, die hier en daar zeer uiteenloopend kan zijn. Bovendien is ons advies geen wet van Meden en Perzen, juist omdat wij goed inzien, dat met de plaatselijke omstandig heden sterk moet worden rekening gehouden. Vele boerenleenbanken hebben dan ook variaties bij de con- tingenteering toegepast, die zeer wel onze instemming hebben en door ons voor de daar heerschende plaatselijke omstandigheden zeer geschikt worden geacht. Dit alles vooropgezet zijnde voelen wij veel voor een stelsel in den zin als volgt: Bestaande spaarrekeningen vóór 1 Ja nuari 1944. leden genieten bijv. tot en met 2500 a 3000.de volle rente, daarboven 1%. Indien een dergelijke spaarder bijv. op 1 Januari 1942 (of 1943) een hooger tegoed had dan 2500.a 3000.dan wordt ook over dit hooger tegoed (afgerond naar bene den op 1000.de volledige rente vergoed. niet-leden genieten bijv. tot 1500. de volle rente, daarboven l°/o, terwijl indien een dergelijk spaarder bijv. op 1 Januari 1942 of 1943 een hooger tegoed had dan 1500.ook over dit hooger tegoed (afgerond naar be neden op 1000.de volle rente wordt vergoed. inlagen na 1 Januari 1944. Voor de inlagen na 1 Januari 1944 wordt vergoed aan leden l°/o en aan niet-leden %"/o met dien verstande, dat aan nieuwe spaarders over een bedrag van bijv. 500.a 1000. de volle rente zal worden betaald en eveneens aan jeugdspaarders bijv. tot 100.—. Wordt hiertoe besloten, dan zal om het daaruit voortvloeiende ver lies te dekken, want bij de C.C.B. krijgt U maar \%"h> de contingen- teeringsregeling ten aanzien der sal do's ontstaan vóór 1944 zooveel arm slag moeten bevatten, dat er voldoen de speling is en een behoorlijk be drijfsresultaat kan verwacht worden. De hier bedoelde contingenteering der saldo's per 31 December 1943 is ook toepasselijk voor creditsaldo's in loopende rekening. Ook hiervoor zal het goed zijn te bepalen, dat boven een vast te stellen grens de lagere rente van bijv. 1% wordt vergoed. Over gelden, die kennelijk een zeer ongedurig karakter hebben dient als regel maximaal Yi a l°/o rente te wor den vergoed, dus over het volle be drag zonder contingenteering. De voordeelen van dit stelsel zijn o.a.: dat speciaal rekening wordt gehouden

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1944 | | pagina 2