6665
ris-Generaal de waarde van het toegewezen goed vast en bepaalt hij
op welke wijze de rechthebbende de eventueele meerwaarde van het
hem toegewezene moet betalen of verrekenen. Ook regelt de S.G.
de grootte van de vergoeding welke wordt toegekend aan hypotheek
houders en andere rechthebbenden, zooals b.v. den vruchtgebruiker.
Ter betaling van deze vergoeding kan hij nieuwe zakelijke rechten op
het toegewezen goed vestigen en zoo noodig de rangorde der hypo
theken regelen. Practisch zal het meestal wel zoo gaan, dat de hypo
theken waarmede het afgestane perceel was belast, in gelijke volg
orde naar het nieuwe perceel worden overgeschreven.
Wordt een uitkeering in geld toegekend, dan kan de betaling ter
stond plaats hebben ofwel worden uitgesteld. Contante betaling zal
uiteraard het meest voorkomen bij de overname van roerende goe
deren. Heeft de betaling eerst later plaats, dan wordt het betreffende
bedrag ingeschreven in het Grootboek voor den Wederopbouw. Over
deze inschrijving wordt den rechthebbende een rente vergoed van
3]/z% 's jaars, voorzoover zij althans de somma van 250,te boven
gaat. Voor bedragen van 250,of minder wordt geen rente ver
goed.
De inschrijving zelf kan noch worden vervreemd of verpand noch
in beslag worden genomen, daar zij voor wederaanschaffing of voor
herbouw moet gereserveerd blijven. Om dezelfde reden valt zij ook
buiten het faillissement van den rechthebbende. Slechts in bijzondere
gevallen kan de S.G. uitzonderingen op dezen regel toestaan. Zij
blijft voorts verbonden tot zekerheid van de hypotheken en andere
zakelijke rechten welke op de overgenomen goederen hebben gerust
totdat de uitbetaling van de hoofdsom heeft plaats gehad. Van deze
hypotheken en andere rechten wordt dan ook bij de inschrijving
melding gemaakt. De hypothecaire debiteur kan zijnerzijds den S.G.
verzoeken den rentevoet van de aldus aangeteekende hypotheken
terug te brengen tot 3Vz%, terwijl geheele of gedeeltelijke aflossing
niet door den crediteur kan worden gevorderd tenzij de S.G. daar
aan zijn toestemming hecht. Dit geldt ook voor bij de acte overeen-
gekomen periodieke aflossingen.
Evenmin als de andere crediteuren kunnen de hypotheekhouders
verhaal uitoefenen op de hoofdsom der inschrijving. De hun toeko
mende rente, althans voorzoover deze vervalt nadat de rente over
de inschrijving is ingegaan, kunnen zij zich echter uit de rente over
de inschrijving verschijnende, laten voldoen. Van de hypotheekrente
welke reeds eerder was vervallen en nog preferent is, hetgeen dus
wil zeggen van de nog niet betaalde rente in het loopende en beide
daaraan voorafgaande jaren verschenen, kan wel melding worden ge
maakt bij de inschrijving met dezelfde gevolgen als die welke voor de
hoofdsom van de hypotheek gelden, doch verhaal daarvan op de
rente over de inschrijving verschijnende is in het algemeen niet
mogelijk.
Het bedrag eener inschrijving voor overname van roerende goede
ren moet voor de wederaanschaffing van soortgelijke roerende goe
deren worden besteed, waarna de hoofdsom aan den rechthebbende
wordt uitbetaald. Deze uitbetaling kan ook plaats hebben indien aan
den S G. redelijkerwijze zekerheid is verstrekt, dat het bedrag inder
daad voor het weder aanschaffen van soortgelijke zaken zal worden