R664 Oorlogsgeweldschade. De afwikkeling van de Bezettingschaden. Men moet dan echter wel bij het aanvraagformulier voor den kin derbijslag een verklaring van het hoofd der inrichting overleggen waaruit blijkt, dat de betrokken persoon op den lsten October inderdaad bedoeld onderwijs genoot. De samenstelling van het ge zin op genoemden datum is n.1., zooals bekend, beslissend voor het recht op den kinderbijslag gedurende het volgende jaar. In het Besluit op de materieele oorlogsschaden, aan welks inhoud reeds een tweetal artikelen heben gewijd (zie de Mededeelingen nos. 288 en 312 t/m 314) zijn, met ingang van 24 Augustus 1943 nog een paar kleine wijzigingen gebracht. De voornaamste hiervan is het vervallen van den termijn waar voor over de in het Grootboek voor den Wederopbouw ingeschre ven bijdrage aan den rechthebbende rentevergoeding wordt toege kend. Zooals in Mededeelingen no. 312 op blz. 6581 te lezen staat, zou deze rentevergoeding van 4% 's jaars aanvankelijk slechts wor den gegeven gedurende ten hoogste drie jaren, welke termijn voor de eetroffenen binnen de gemeenten Rotterdam en Middelburg op ten hoogste vijf jaren was gesteld. Nu deze termijn vervallen is, zal derhalve rente worden vergoed tot aan de definitieve uitbeta ling van de toegekende bijdrage, ook indien deze langer dan resp. vijf jaren op zich zou laten wachten. Aan dit onderwerp en de daarmede samenhangende onteigening van goederen ten name van het Rijk, werd reeds eerder een tweetal artikelen gewijd. Deze zijn te vinden in de Mededeelingen van April 1942 no. 302 en van Januari 1943 no. 310. Ondertusschen zijn bij besluit van den Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën d.d. 30 Juni 1943 nadere voorschriften gegeven voor het regelen van de schadevergoeding. Het lijkt ons wel nuttig ook hierop even in te gaan. Vooraf zij er nogmaals aan herinnerd, dat bezettingschaden kunnen worden afgewikkeld door overname van het desbetreffende roerende of onroerende goed hetzij krachtens een minnelijke regeling met den daarop rechthebbende, hetzij door vordering in eigendom of gebruik. Zoodra na zulk een vordering het bedrag van de schadeloosstelling is vastgesteld, wordt hiervan vanwege den Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën kennis gegeven aan den gewezen eigenaar van het goed alsmede, voorzoover het althans onroerende goederen betreft, aan hen die daarop hypotheek of een zakelijk ge- notsrecht hadden zooals b.v. het recht van vruchtgebruik. Degene hunner welke met het hem toegekende bedrag niet accoord gaat, kan den Secretaris-Generaal om herziening vragen. Hetgeen door het Rijk krachtens minnelijke regeling of, ingeval van onteigening, wegens toegekende schadeloosstelling verschuldigd is, kan worden uitgekeerd ofwel in geld ofwel door overdracht of toewijzing van andere goederen. In het laatste geval stelt de Secreta-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1943 | | pagina 8