6S61
dagboekkolommen 5 en 8 (C.C.B. credit)
10 en 13 (Grootboek III „Onge
bruikte spaarbankzegels" debet.).
In het nieuwe dagboek, hetwelk bij een aantal groo-
tere boerenleenbanken in gebruik is:
kolom „C.C.B. en Diversen" credit (C.C.B.)
„C.C.B. en Diversen" debet (Grootboek III „On
gebruikte spaarbankzegels").
De kassier kan:
a) hetzij deze spaarbankzegels rechtstreeks verkoopen
aan de jeugdige spaarders of hun ouders e.d„
b) hetzij deze zegels ten verkoop aan den onderwijzer
in depot geven.
Geval a) ligt zeer eenvoudig: de zegels worden con
tant verkocht.
Boeking: dagboekkolommen 5 en 8 (Grootboek III „On
gebruikte spaarbankzegels" credit).
Boeking in nieuwe dagboek:
kolom „Kas" in ontvangsten
„C.C.B. en Diversen" credit (Grootboek III „On
gebruikte spaarbankzegels").
Geval b). Van den onderwijzer, die toch reeds belan
geloos medewerkt, kan niet verlangd worden, dat hij de
tegenwaarde der spaarbankzegels persoonlijk voor
schiet. De plaatselijke bank moet derhalve op beperkte
schaal spaarbankzegels aan den onderwijze in depot
geven, bijv. 1 vel of 2 vellen ter waarde van 4.ieder.
Als bewijs, dat hij de spaarbankzegels in depot heeft
genomen, teekent de onderwijzer een depötbewijs. Dit
depötbewijs blijft bij de bank rusten, totdat de onder
wijzer bij den kassier hetzij de in depót genomen spaar
bankzegels in ongebruikten staat teruglevert, hetzij de
nominale waarde der in depót genomen spaarbank
zegels terugbetaalt.
Eenmaal per week betaalt de onderwijzer aan de bank
het bedrag der door hem aan de schooljeugd verkochte
spaarbankzegels; voor dit bedrag ontvangt hij nieuwe
zegels. De kassier maakt dan dezelfde boeking als hier
boven aangegeven onder geval a).