6648 inlagen moeten naar haar aard geheel buiten de contin- genteering vallen en moeten dus zonder rentekorting behandeld worden. Het gaat hier om de doorsnee en dan kunnen wij gerust zeggen, dat in doorsnee de helft van de meerdere inlagen, die thans nog bij de boeren leenbanken binnenkomen, boven de reeds geplaatste inlagen niet als eigenlijke, blijvende spaargelden zijn te beschouwen, doch als gelden van min of meer onge durig karakter, die vrij snel weer zullen weggetrokken worden, indien de omstandigheden in het bedrijfsleven zich wijzigen. Uit het bovenstaande ziet men, dat het bedrijf dei- boerenleenbanken er niet eenvoudiger op is geworden, al zijn de bemoeiingen met debiteuren tijdelijk heel wat minder. Maar de ervaring leert ons en de C. C. B. kan dit naar waarde beoordeelen dat een goed beheer en een goede kassier zich veelal op deze punten zeer goed weten te onderscheiden. Voor velen is deze tijd tegelijk een goede leerschool, waar het inzicht en de ervaring uitgebreid worden, én een prikkel voor ont- plooing van initiatief. Het beleggen van gelden. Tal van boerenleenbanken slagen er ook in dezen tijd van geldovervloed in, 0111 eenige mooie beleggingen te doen in den vorm van prima hypotheken in eigen kring, een leening of crediet aan de eigen gemeente of het waterschap e.d. Wij meenen terzake nog eens te mogen verwijzen naar het artikel „Goede beleggingen door Boerenleenbanken", opgenomen in „Mededeelingen" no. 305 (Juli 1942 blz. 6489). Uiteraard is voor dergelijke beleggingen de goedkeu ring der C. C. B. vereischt en zullen deze wat looptijd, rentetype e.a. voorwaarden betreft, aan bepaalde, geval voor geval nader vast te stellen eischen moeten vol doen. Ook indien een gemeente- of waterschapsleening te groot is voor de betreffende plaatselijke boerenleen bank, kan vaak door overleg met de C. C. B. een op lossing voor gezamenlijke rekening worden gevonden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1943 | | pagina 4