6640 dat de rente van een post inderdaad steeds begint of ophoudt te loopen met ingang van den dag, die volgt op de valuta. Verder blijkt uit het voorbeeld, dat voor de berekening der rentedagen in den staffel eener loo- pende rekening niet de inschrijfdata maar de valuta data van belang zijn. Het openingssaldo, welks inschrijf- datum steeds 1 Januari van hét nieuwe jaar is, moet steeds als valutadatum dragen: 31 December van het oude jaar. Voor de berekening der rentedagen in de rentestaf fel eener loopende rekening zijn dus niet de inschrijf- datums maar de valutadatums van belang. De valutadatums moeten door den kassier dusdanig worden vastgesteld, dat de bank in het algemeen een redelijke rentewinst maakt en zeker geen renteverlies lijdt. Daarom geldt als algemeene regel bij de bepaling der valutadatums: 1. dat binnenkomende posten (stortingen e.d.) aan loo pende rekeninghouders worden gecrediteerd met als valuta tenminste één werkdag nadat het geld kan geacht worden in den normalen bedrijfsgang voor de boerenleenbank bruikbaar of rentedragend te zijn geworden; 2. dat uitgaande posten (uitbetalingen e.d.) van loo pende rekeninghouders worden belast (gedebiteerd) valuta tenminste één werkdag vóórdat het geld voor de boerenleenbank in den normalen bedrijfs gang heeft opgehouden rentegevend te zijn. Bij de bepaling van den valutadatum wordt steeds met werkdagen gerekend, daar op Zon- en Feestdagen nimmer gelden rentegevend zijn aan te wenden. Een storting op Maandag 8 Februari krijgt dus als valuta datum: 9 Februari. Een storting op Zaterdag 5 Februari krijgt de valuta: 7 Februari. Een opname op Dinsdag 9 Februari krijgt de valuta: 8 Februari. Een opname op Maandag 8 Februari krijgt de valuta: 6 Februari. Bij de bepaling van de bovengenoemden algemeenen regel betreffende de valuteering dient het volgende te worden in acht genomen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1943 | | pagina 8