6637
jaren er op aangedrongen, dat de uitbetalingen van
productengelden zooals Pica-, V.B.N.A.-, veiling-, var
kens-, veebetalingen over de boerenleenbanken zouden
loopen. Wij vonden dit vooreerst van belang, omdat
het niet aangaat, dat de land- en tuinbouwers naar de
handelsbanken in de stad moeten, om deze gelden in
ontvangst te nemen, terwijl de eigen boerenleenbank
in bijzondere mate voor deze taak geschikt is. Daarbij
komt, ten tweede, het groote belang, dat de land- en
tuinbouwers leeren van de diensten der boerenleen
banken een goed en nuttig gebruik te maken. Vandaar,
dat wij niet alleen de uitbetaling via de boerenleen
banken hebben gepropageerd, maar daarnaast vooral:
het bijschrijven van deze gelden op de loopende reke
ning of desnoods op de spaarrekening van den begun
stigde. Deze methode bespaart werk en voorkomt ren
tederving, zij strekt tot voordeel zoowel aan den boer
en tuinder als aan de boerenleenbank. Vele kassiers
van boerenleenbanken hebben op dit gebied reeds hun
sporen verdiend en hebben daardoor niet alleen nut
tige diensten aan de leden der bank bewezen, doch ook
de positie der boerenleenbank zélve versterkt, hetgeen
dan vanzelf ook aan de persoonlijke positie van den
kassier ten goede is gekomen. Ook bij het verleenen
van andere diensten als het bewaren van effecten, het
verzilveren van coupons en het doorgeven van effec
tenorders aan de Centrale Bank heeft menige kassier
er blijk van gegeven, dat hij inziet, dat een boerenleen
bank haar leden en cliënten slechts dan in voldoende
mate aan zich kan binden en van dienst kan zijn, indien
zij zooveel mogelijk alle geldzaken voor hen regelt.
Thans wordt de mogelijkheid overwogen, om de
melkgelden, welke de Coöp. Zuivelfabrieken aan de
boeren verschuldigd zijn, via de plaatselijke boeren
leenbanken te doen uitbetalen. Wij verzoeken voor dit
punt de bijzondere aandacht van de beheerders der
boerenleenbanken en verwijzen daarbij naar ons rond
schrijven van 31 Augustus 1943, hetwelk in deze tot
de aangesloten banken is gericht.