6626
steld om over den algemeenen inhoud van dit besluit
eens iets naders te vernemen. Aan den invloed daarvan
op de hypotheken, waarmede de landelijke eigendom
men zijn belast, werd reeds vroeger een artikeltje ge
wijd (Mededeelingen no. 300, bldz. 6437), doch een be
spreking van het geheel bleef tot nu toe achterwege.
Zonder daarbij al teveel in bijzonderheden af te dalen,
laten wij daarom het een en ander over de werking van
het huidige Pachtbesluit volgen.
Het besluit vangt aan met te omschrijven wat onder
een pachtovereenkomst dient te worden verstaan. Als
zoodanig moet worden aangemerkt iedere overeen
komst waarbij de eigenaar van een hoeve of los land
zich verbindt dit goed tegen een „pachtprestatie" af te
staan aan den pachter, om het te gebruiken en daarvan
de vruchten te trekken.
Werd voorheen onder „hoeve" alleen verstaan land
met de daarbij behoorende gebouwen en het roerend
toebehooren, thans vallen daaronder alle gebouwen en
opstallen welke zijn ingericht voor het landbouwbedrijf,
onverschillig of er land bij behoort of niet.
Als behoorende tot den landbouw worden gerekend
niet alleen de akkerbouw en de veehouderij, maar ook
de tuinbouw, de hoomkweekerij, de bloemen- en bloem
bollenteelt, de teelt van griendthout, de pluimveehou
derij en elke andere tak van bodemcultuur.
De vergoeding welke de pachter voor het gebruik
moet geven behoeft niet uitsluitend in geld te bestaan.
Naast de verplichting tot betaling van de pacht kunnen
den pachter ook andere verplichtingen worden opge
legd. De definitie van de pachtovereenkomst spreekt
dan ook niet meer, zooals voorheen, over „pachtprijs"
doch over „pachtprestatie". De belastingen, op het ver
pachte drukkende, mogen echter niet op den pachter
worden afgewenteld. Elk daarmede in strijd zijnde be
ding is nietig.
Het doet overigens niet ter zake welke naam partijen