Binnen dertig dagen na het onderteekenen van de acte
moet de verpachter een door partijen geteekend af
schrift daarvan, met twee ongeteekende copiën aan de
Grondkamer doen toekomen. De pachter zelf is ook
tot inzending bevoegd, doch niet verplicht. Blijft zij
achterwege, dan is de pachter tot geen enkele vergoe
ding jegens den verpachter gehouden, tenzij het niet
verzenden zou te wijten zijn aan een omstandigheid
welke den verpachter niet kan worden toegerekend.
Indien tengevolge van het vorenstaande geen pacht
prijs verschuldigd is, kan de verpachter aan de Grond
kamer verzoeken of zij den pachtprijs wil vaststellen.
Deze bepaalt dan, zoo noodig met terugwerkende
kracht, tevens het tijdstip waarop de door haar vast te
stellen pachtprijs ingaat. Zij kan tevens bepalen dat,
naargelang van het door den verpachter gepleegde ver
zuim, een gedeelte van den pachtprijs bij wijze van
boete in 's Rijks schatkist moet worden gestort. Op het
niet tijdig inzenden van het pachtcontract aan de
Grondkamer is derhalve een strenge straf gesteld.
Tijdens de werking van de oude Pachtwet was de
duur van een pachtovereenkomst als regel op onbepaal-
den tijd gesteld. Het Pachtbesluit echter is op dit punt
van systeem veranderd door een bepaalden tijd voor te
schrijven en wel van twaalf jaren voorzoover het de
verpachting van een hoeve betreft en voor zes jaren bij
verpachting van los land, tenzij een langere duur is be
dongen. Het is in bijzondere omstandigheden ook mo
gelijk om, met toestemming van de Grondkamer, een
pachtovereenkomst voor korteren duur aan te gaan.
Gewone pachtovereenkomsten, dus niet de contrac
ten welke wegens de bijzondere omstandigheden van
korteren duur zijn dan twaalf jaren voor een hoeve en
zes jaren voor los land, kunnen na het verstrijken van
den pachttijd door de Pachtkamer worden verlengd met
een door haar vast te stellen termijn. Het desbetref
fende verzoek moet minstens één jaar voor het einde
6630