Ö616 het algemeen de belangstelling voor de pensioenregeling bij-de plaatselijke banken niet groot blijkt te zijn heeft ons Centraal Bestuur gemeend deze aangelegenheid nog eens nader onder het oog te moeten zien; het zal zich daarbij uiteraard weer door een Commissie uit de boe renleenbanken laten voorlichten. Hierbij gaat ons Bestuur uit van de gedachte dat de pensioeneering der kassiers een aangelegenheid is, waar over uiteindelijk de boerenleenbanken en de kassiers zelve hebben te beslissen, aangezien de premiekosten ook voor hunne rekening komen, maar dat het nochtans op den weg der Centrale Bank ligt om in deze aangele genheid als centrale vertrouwensinstantie der plaatse lijke leenbanken en der kassiers leidende voorlichting te geven. Het Bestuur der Centrale Bank is zich er volko men van bewust, dat deze materie een moeilijke is, dat het niet doenlijk is om voor alle kassiers een pensioen regeling te ontwerpen, daar de kassiersfunctie dikwijls een ondergeschikte nevenfunctie is, daar vele kassiers te ver in leeftijd gevorderd zijn om nog voor het aan gaan van een pensioenregeling in aanmerking te komen en daar voor den ouden dag van vele kassiers reeds uit anderen hoofd is gezorgd maar er zijn daarnaast tal van kassiers die door hun leeftijd, maatschappelijke functie en door den omvang hunner werkzaamheden re delijkerwijze voor een pensioenregeling zeer typisch in aanmerking komen, mits zulk een regeling tijdig wordt aangegaan. Wij hopen U uiteraard te zijner tijd de resultaten van onze bevindingen en van het overleg met de in te stellen Commissie ad hoe uit de boerenleenbanken mede te deelen. Intusschen kan de oude pensioenregeling, die zeer zeker voldoende speling laat, gewoon van kracht blijven. Alvorens ik de eigenlijke jaarstukken der Centrale Bank ga toelichten, stel ik het op prijs U allen, beheer ders en kassiers der aangesloten boerenleenbanken har telijk te danken voor de wijze waarop gij Uw taak in het afgeloopen jaar weer hebt waargenomen. Gij hebt ge-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1943 | | pagina 22