1
6591
Wij zagen hierboven dus, dat de geldcirculatie van
een land niet alleen door het tastbare geld (munten,
muntbiljetten en bankbiljetten) wordt gevormd doch
ook door giraal geld, dat zijn voor het verrichten van
betalingen bestemde bank- en girotegoeden. Dat het
girale geld in verhouding tot het tastbare geld een
groote rol speelt, moge uit de volgende ronde cijfers
blijken. De cijfers zijn genomen per einde 1939.
Gemunt geld
Bankbiljetten
Zilverbons
f 203 millioen
1014
Tastbaar geld 1218 millioen
Tegoed bij:
Postcheque- en Girodienst 32S millioen
Handelsbanken (loopende rekening) 536
Nederl. Bank (loopende rekening) 211
Boerenleenbanken (loopende rekening) 44
Giraal geld 1119 millioen
Uiteraard is de berekening van het totaal aan giraal
geld niet nauwkeurig en niet volledig, doch men mag
aannemen, dat zij de werkelijkheid eenigermate bena
dert. Wij mogen uit deze cijfers de gevolgtrekking ma
ken, dat in een land als het onze het bedrag aan on
tastbaar of giraal geld ongeveer even belangrijk is als
het bedrag aan munten, bank- en muntbiljetten.
Waar het vraagstuk der geldcirculatie de laatste we
ken in sterke mate in het middelpunt der belangstel
ling is komen te staan in verband met de intrekking
der bankbiljetten van 1000.en 500.meenden
wij goed te doen bovenstaande eenvoudige uiteenzet
ting van geld-theoretischen aard op te nemen, temeer
waar zij zeer nauw aansluit op datgene, wat in werke
lijkheid plaats heeft.