6582
opbouw anders worden beslist, doch deze mogelijkheid
tot het maken van een uitzondering is thans vervallen.
Het geval kan zich echter voordoen, dat een derde
met de bijdrage het vernielde pand wil herbouwen in
plaats van den eigenaar zelf, die om een of andere reden
weinig daarvoor voelt. Door vervreemding van de bij
drage wordt dan het voornaamste doel van de bijdrage
juist wel bereikt, zoodat het logisch is om voor dit.
speciale geval vervreemding toe te staan. Bij wijze van
uitzondering is dan ook bepaald dat, in afwijking van
het bovenstaande de bijdrage kan worden vervreemd
indien:
a) de rechthebbende op de bijdrage, onder goedkeu
ring van den Algemeen Gemachtigde, de verplich
ting tot herbouw overdraagt aan een derde;
b) door den hypotheekhouder een plan tot herbouw
aan den Algemeen Gemachtigde wordt voorgelegd
bij het in gebreke blijven van den rechthebbende
zelf of van een derde als hiervoor bedoeld.
II. Hypotheken.
De regeling betreffende de schadevergoeding voor
eigenaren van geheel of ten deele vernielde onroerende
goederen zou onvolledig zijn, indien daarbij geen reke
ning was gehouden met de belangen van hen die zich
vóór de beschadiging hypotheek op de getroffen goede
ren lieten geven, tot meerdere zekerheid van de gelden
welke zij hebben ter leen verstrekt. Voorop moest daar
bij blijven staan het mogelijk maken van het herstel of
den herbouw als voornaamste oogmerk van de schade
vergoeding, zoodat den hypotheekhouder niet het recht
kon worden verleend om op de in het Grootboek voor
den Wederopbouw ingeschreven bijdrage verhaal uit te
oefenen. De rente, op de bijdrage verschijnende, is ech
ter niet voor den wederopbouw noodig. Deze kan daar
om voor de betaling van de hypotheekrente worden
aangewend. De hypotheekhouders welke daarvoor in
aanmerking wenschen te komen dienen zich met een
desbetreffend verzoek te wenden tot den directeur van
het Grootboek voor den Wederopbouw. Dit verzoek