te waarvoor wij „om toestemming verzoeken. „Hoogachtend, „De Boerenleenbank te „Namens het Bestuur: Kassier". Tot 1 Maart 1943 blijft de Procureur-Generaal bij het Gerechtshof nog de bevoegde instantie, als eerder door ons aangegeven. Het verzoek dient tijdig te worden ingediend, reke ning houdend met den bij het Huishoudelijk Reglement vastgestelden oproepingstermijn. Betreft Winstbesteding. Nu langzamerhand de algemeene vergaderingen dei- boerenleenbanken worden gehouden, meenen wij goed te doen onze circulaires van 24 April 1941 (no. 154) en van 24 Februari 1942 (no. 163) in herinnering te brengen, waarbij wij op het groote belang eener behoorlijke reservevorming hebben gewezen. Herlezing dezer circu laires verdient ten zeerste aanbeveling. Zoolang de reservevorming en winst eener boeren leenbank niet een zekeren omvang hebben bereikt, dient van alle uitkeering uit de winst te worden afgezien. Het bestuur onzer Centrale Bank zal in deze tijden van on zekerheid en zware belastingheffing meer dan vroeger acht er op slaan, dat een gezonde reservevorming niet in het gedrang komt alvorens aan eenig uitkeeringsbe- sluit der algemeene vergadering eener boerenleenbank zijn goedkeuring te hechten. Wij raden daarom de be heerders der locale banken dringend aan, om alvorens eenig voorstel tot uitkeering van een deel der jaarwinst aan de algemeene vergadering te doen, bij de Centrale Bank te informeeren, of en in hoeverre deze aan een eventueel besluit haar goedkeuring zal hechten. Zulks voorkomt onaangenaamheden. Weliswaar doet slechts 6563

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1943 | | pagina 3