6556 voor vergoeding in aanmerking komt. Bij art. 1 van het besluit is dienaangaande bepaald, dat daaronder is be grepen alle schade na 28 Mei 1940 aan goederen en an dere vermogensobjecten van Nederlanders en Neder- landsche rechtspersonen (dus geen lijfschade) toege bracht als gevolg van: 1. ongevallen veroorzaakt door leden en ander perso neel van de Duitsche Weermacht dan wel door voorwerpen waarvan deze zich bedient; 2. het gebruik van die goederen door de Duitsche Weermacht; 3. bijzondere van de Duitsche Weermacht uitgaande beschikkingen of handelingen. Tot de laatste categorie behoort onder meer de scha de door evacuatie voor militaire doeleinden, alsmede de schade, welke wordt geleden door personen die, zon der dat hun huis door de weermacht wordt in beslag genomen, naar elders moeten evacueeren om plaats te maken voor personen die vanwege hun beroep de ge meente niet kunnen verlaten doch hun eigen woning aan de weermacht ter beschikking moeten stellen. De vaststelling van de schade en de toekenning van de bijdragen en vergoedingen geschiedt door den Secre taris-Generaal van Financiën of door de door hem aan gewezen instanties. Zij komt niet voor vergoeding van rijkswege in aanmerking indien: 1. de schade mede door schuld of nalatigheid van den benadeelde is veroorzaakt of vergroot; 2. de benadeelde op andere wijze vergoeding krijgt, kan verkrijgen of door zijn schuld niet heeft ver kregen; 3. de schade, gezien de financieele omstandigheden van den benadeelde, van geringe beteekenis is te beschouwen. Het Besluit maakt onderscheid tusschen bezettings- schaden aan roerende en onroerende goederen overko men en andere vermogensschaden. Betreft het roerende

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1943 | | pagina 12