6543
gesplitst in twee rekeningen. Op een dezer rekeningen
blijft de 5.000.staan, waarover 2.64% spaarrente
wordt vergoed, terwijl op de andere het restant wordt
geplaatst waarover 1% wordt vergoed. Er worden dus
ook twee spaarboekjes uitgegeven, in het eene waarvan
wordt aangeteekend, dat de rente slechts 1% zal be
dragen. Er is ook veel voor te zeggen om in plaats van
het tweede spaarboekje met een rente van 1% een loo-
pende rekeningboekje af te geven. In dit geval krijgt
de inlegger dus een spaarboekje, waarop een rente van
2.64% wordt vergoed en waarop geen hooger saldo dan
5.000.mag voorkomen, terwijl zijn overige stortin
gen dan geadministreerd worden in loopende rekening
en wel tegen een rentevergoeding van 1%
Wij spraken in ons antwoord gemakshalve over
spaarrekeningen. Het spreekt echter vanzelf, dat, wan
neer over een gedeelte van een tegoed op loopende
rekening een rentekorting wordt toegepast, uiteraard
dezelfde methoden als hierboven onder a. en b. ver
meld gelden.
In het algemeen zal methode a. zoowel bij spaar- als
bij loopende rekeningen het meest aanbeveling verdie
nen; vooral in dezen tijd van papierschaarschte.
Vraag 2: Zou het nuttig zijn, indien onze plaatse
lijke bank er bij haar spaarders sterk op aandringt om
een gedeelte van hun spaartegoed in jaardeposito's om
te zetten?
Antwoord: Zooals U bekend is, heeft de Centrale
Bank reeds jaren lang het jaardeposito aanbevolen,
daar op deze wijze stabiel werkkapitaal voor de boe
renleenbanken wordt verkregen. De vraag of het aan
beveling verdient om onder de huidige geldruimte bij
de inleggers sterk er op aan te dringen groote bedragen
op jaardeposito te plaatsen is echter niet zonder meer
bevestigend te beantwoorden. Het gevaar bestaat, dat
aldus tijdelijk in verband met den oorlogstoestand ter
beschikking staande inlagen geheel kunstmatig en en-