6542 Rente-Contingenteering* Naar aanleiding van onze circulaire no. 169 do. 25 November 1942 inzake de invoering van een Rentekor ting-Contingent door de Coöperatieve Centrale Boe renleenbank bereikten ons uiteraard verschillende vra gen van boerenleenbanken. Het lijkt ons doelmatig een paar dezer vragen, die van algemeene strekking zijn, hier te behandelen. Fraag 1: Wanneer onze boerenleenbank over een gedeelte van sommige rekeningen een rentekorting toe past, hoe moet dan de rente berekend worden? Antwoord: Wanneer Uwe boerenleenbank bijvoor beeld besluit aan een bepaalden spaarder tot 5.000. een rente van 2.64% te vergoeden en boven 5.000. slechts een rente van 1% te vergoeden, dan kan zij op verschillende wijzen te werk gaan. a. Een eenvoudige methode is de volgende: Op de grootboekrekening en in het spaarboekje wordt aangeteekend, dat de rente over het tegoed bo ven 5.000.1% zal bedragen. Bij de renteberekening gaat de kassier aldus te werk: de rente wordt berekend volgens de rentetafel van 1%. Op het einde des jaars komt hij dan (berekend naar 1%) tot een rentevergoe ding van bijv. 163.Daar echter over een tegoed van 5.000.— de rente van 2.64% zal worden vergoed wordt de naar 1% berekende rente ad 163.vermeer derd met 1.64% over 5.000.gedurende een jaar, dus met 82.In totaal ontvangt deze spaarder dus aan rente 163.plus 82.245. Het spreekt vanzelf, dat bij deze methode moet wor den nagegaan of de betrokken rekeninghouder inder daad gedurende het heele jaar tenminste 5.000. heeft tegoed gehad op zijn rekening. b. Ook is het mogelijk dat de spaarrekening wordt

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1942 | | pagina 6