6530
volle creditrente van 2doch slechts een credit
rente van 134% wordt vergoed. Het gedeelte van het
tegoed in loopende rekening eener boerenleenbank bij
de Centrale Bank, waarop deze rentekorting van 134%
wordt toegepast, noemen wij kortheidshalve het Rente
korting-Contingent.
Het Rentekorting-Contingent van iedere Boerenleen
bank wordt door ons bepaald en wel naar den volgen
den maatstaf: Het Rentekorting-Contingent bedraagt
voorloopig 10% van de schuld, welke een boerenleen
bank op 31 October 1942 aan haar spaarders, deposito-
en loopende rekeninghouders had boven een bedrag van
100.000.(Voor boerenleenbanken, welker ingelegde
gelden op 31 October 1942 de grens van 100.000.niet
overschrijden wordt derhalve geen rentekorting inge
voerd).
Een voorbeeld moge de wijze van regeling van het
Rentekorting-Contingent nader belichten: De boeren
leenbank te A. heeft op 31 October 1942 een schuld
volgens Grootboek I van 265.000.en een schuld
aan loopende rekeninghouders van 25.000.tezamen
290.000.Het Rentekorting-Contingent van deze
boerenleenbank wordt dus door ons bepaald op 10%
van 190.000.19.000.Aan deze boerenleen
bank zal dus in 1943 over een bedrag van 19.000.
door de Centrale Bank slechts een rente van 134%
worden vergoed, terwijl over de rest van haar tegoed
in loopende rekening door de Centrale Bank de gewone
rente van 2.75% zal worden vergoed. Voor alle overige
bedragen, die na 1 Januari 1943 door de boerenleen
bank bij de Centrale Bank worden gestort, wordt dus
de gewone creditrente van 2.75% vergoed. Wij nemen
in dit voorbeeld aan, dat wij het rentetarief en de wijze
van contingentbepaling in 1943 niet zullen behoeven
te wijzigen.
Wij blijven uiteraard bevoegd, om het rentetarief
cn/of den maatstaf, volgens welke het Rentekorting-
Contingent wordt vastgesteld, te allen tijde te wijzigen:
daarnaast blijven wij er naar streven, om niet onnoodig