6515
Ziektewet*
Uit verschilende vragen, welke ons hierover bereik
ten, is de wenschelijkheid gebleken om even de aan
dacht van de kassiers te vestigen op een met ingang van
1 November 1941 in werking getreden aanvulling van
de Ziektewet.
Deze aanvulling houdt onder meer in, dat voortaan
aan de echtgenoote van den verzekerde bij bevalling
voor eenmaal een bijdrage in de kosten der bevalling
wordt toegekend ten bedrage van 55.Bij besluit
van 29 September 1942 is het recht op deze bijdrage
afhankelijk gesteld van de voorwaarde, dat de man in
het laatste jaar voor de bevalling zijner vrouw tenminste
156 werkdagen verplicht verzekerd is geweest. Deze
laatste bepaling treedt op 1 November a.s. in werking.
Het bovenstaande komt dus hierop neer, dat de kas
siers, welke ingevolge de Ziektewet verzekerd zijn, bij
bevalling van hun echtgenoote over een bijdrage kunnen
beschikken van 55.Na 1 November a.s. wordt dit
recht in dier voege beperkt dat de kasier, om voor het
in ontvangst nemen van deze bijdrage in aanmerking te
komen, in het laatste jaar voor de bevalling zijner vrouw
tenminste 156 werkdagen ingevolge de Ziektewet moet
verzekerd zijn geweest.
Voor het in ontvangst nemen van bovenbedoelde uit-
keering, wende men zich tot de instelling, waarbij de
verzekering door de Boerenleenbank is ondergebracht.
Van deze gelegenheid maken wij verder gebruik, om
nog te wijzen op een andere, met ingang van 1 Januari
1942 in werking getreden wijziging van dezelfde wet,
welke tengevolge heeft gehad, dat voortaan voor de be
rekening van het totale inkomen ook medetelt datgene
wat de werknemer in dienst van een publiekrechtelijk
lichaam verdient.
Volgens art. 1 sub c. van de Ziektewet is thans n.1.
alleen verzekeringplichtig de arbeider wiens overeen
gekomen vast loon in geld, verdiend in loondienst van