6522
in cle provincie Gelderland (24%), Noord-Brabant
(19%), Limburg (13%) en Overijsel (12%) aangetroffen.
Friesland herbergt 9%, Drente 6%, Zeeland 5%, Zuid-
Holland 4%, Groningen 3%, Noord-Holland 3%,
Utrecht 2% van het aantal kleine boeren. De kleine
tuinbouwers moet men in hoofdzaak in de beide Hol
landen, de Betuwe en rond de groote steden zoeken.
Op 27 Juli 1936 riep de toenmalige Minister van
Landbouw en Visscherij een afzonderlijke Dienst voor
de Kleine Boerenbedrijven in het leven, teneinde de be
langen der kleine bedrijven meer planmatig te beharti
gen. Aan dezen dienst werd tevens een Commissie van
Advies verbonden om den minister bij te staan bij het
beramen en uitvoeren van plannen tot hulp en steun
aan de ondanks de landbouwcrisismaatregelen zoo
zwaar getroffen kleine boerenbedrijven. Aan de door
deze Commissie verrichte onderzoekingen en studies
heeft de schrijver een groot deel van zijn cijfermate
riaal ontleend.
Voor ons zijn vooral van belang de cijfers betreffende
de op de kleine bedrijven drukkende financieele lasten.
Wij laten hieronder enkele cijfers volgen, welke betrek
king hebben op de zoogenaamde C.-groep van kleine
boeren, dat zijn de bedrijven van grondverbruikers,
wier volledige arbeidskracht door hun landbouwbe
drijf je wordt opgeeischt en die derhalve niet in de ge
legenheid zijn neveninkomsten bij derden te verdienen.
Voor hun onderhoud en dat van hun gezin zijn zij uit
sluitend op het eigen bedrijf aangewezen en zij mogen
zulks ook van het eigen bedrijf verwachten, omdat het
redelijkerwijze hun volle arbeidskracht opeischt. (Be
drijfjes van plm. 4 tot plm. 8 H.A.).
In totaal zijn de vaste lasten onderzocht van ruim
6700 C-bedrijven verspreid over 589 gemeenten. De ge
middelde oppervlakte van deze bedrijfjes bedraagt ruim
5 H.A. De cijfers hebben alle betrekking op den toe
stand omstreeks 1939. Aan de hand van de verwerkte
gegevens zijn de gemiddelde pachtprijzen zoowel als de
gemiddelde koopprijzen van kleine bedrijven en los