6508
pacht, opstal en beklemming op de onroerende goede
ren, onder het besluit vallende. Had men deze uitbrei
ding achterwege gelaten, dan zou ontduiking van het
besluit al heel gemakkelijk zijn geweest. Men behoefde
dan slechts een dergelijk zakelijk recht op het onroe
rend goed te vestigen om ongeveer hetzelfde resultaat
als bij overdracht te bereiken.
De verklaring van het Prijzenbureau dat tegen de
overdracht geen bezwaar bestaat, moet worden aange
vraagd door tusschenkomst van een notaris, op een
formulier dat daartoe door het bureau wordt beschik
baar gesteld. Bij de indiening daarvan moet tevens wor
den overgelegd de notarieele acte of het ontwerp daar
van waarbij de overdracht van het onroerend goed dan
wel de vestiging of verlenging van het zakelijk recht
wordt geconstateerd. Het practische gevolg hiervan is
dat nu ook onmogelijk is geworden het transporteeren
van niet-landbouwgronden bij onderhandsche acte,
waarmede een door velen reeds jarenlang gekoesterde
wensch is in vervulling gegaan.
Voorzoover het ongebouwde eigendommen betreft,
wordt de verklaring van geen bezwaar alleen afgegeven
indien het Prijzenbureau is gebleken, dat de tegenpres
tatie niet te boven gaat die welke op 9 Mei 1940 voor
het transporteeren van dergelijke activa gebruikelijk en
redelijk was. Bij de vaststelling van de koopsom zal men
dus als regel de waarde van 9 Mei 1940 tot basis moe
ten nemen. Voor grond die, ofschoon niet onder het
begrip „landbouwgrond" vallende, in hoofdzaak toch
agrarische waarde heeft, zooals land dat door den niet-
landbouwer-eigenaar ter voorziening in eigen behoefte
met aardappelen en groenten wordt beteeld of dat door
hem aan niet-landbouwers wordt verhuurd, kan op deze
wijze zonder veel moeite de juiste waarde worden ge
vonden. Er zijn echter verschillende objecten waarbij
men op andere wijze de juiste waarde zal moeten vast
stellen. De „Richtlijnen", welke ter nadere toelichting
en uitwerking van het Besluit verschenen zijn, nemen
als voorbeeld: opslagplaatsen en sportterreinen. Hierbij