1. De rh draagt de boerenleenbank op ten laste zijner rekening een bedrag over te boeken aan (begunstigde). De rh kan dit per brief doen, doch een voudiger kan hij van een opdrachtformulier 3ÓC gebruik maken. (Zie bijlage 1). 2. De bank bericht aan den rh, dat ingevolge zijn op dracht als sub 1 bedoeld, de afschrijving van zijn reke ning heeft plaats gehad. De kassier maakt hierbij ge bruik van formulier 41. (Zie bijlage 2). De bank bericht aan den begunstigde, dat namens haar rh een bedrag van is overgeboekt op zijn rekening; de kassier maakt hierbij eveneens gebruik van formulier 41. (Zie bijlage 2). 3. De bank geeft de C.C.B. opdracht om namens een rh een bedrag van over te boeken aan (begunstigde) bij een andere bank. Bij voorkeur maakt de kassier hierbij gebruik van formulier Ci. (Zie bij lage 3). Voor de onderteekening van formulier Ci, hetwelk door den Directeur en een Bestuurslid behoort te ge schieden, verwijzen wij naar „Mededeelingen" No. 293 blz. 6350, waarin de wenschelijkheid is naar voren ge bracht, dat het Bestuur eener boerenleenbank aan de C.C.B. tot wederintrekking een doorloopende, alge- meene opdracht geeft om de overboekingen te verrich ten, waarvan de specificatie en de bedragen in een tel kenmale door den kassier onderteekende nadere op dracht worden opgegeven. Is een dergelijke, door het bestuur der boerenleenbank geteekende doorloopende opdracht aanwezig, dan kan dus onder de formulieren Ci en andere aan de C.C.B. gerichte opdrachten tot overboeking met de handteekening van den kassier al leen worden volstaan. Alle creditopgaven, stortingsbewijzen, bijschrijvingen in spaar- of loopende rekeningboekjes zijn vrij van zegel, indien de kassier der boerenleenbank telkenmale duidelijk laat blijken, dat het een overboeking betreft, bijv. door toevoeging der woorden: „wegens over boeking". 6496

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1942 | | pagina 8