6494
girodienst en bij de banken. Ook bij de boerenleenban
ken ontwikkelt zich het overboekingsverkeer meer en
meer. De rh, die er eenmaal aan gewend is van zijn reke
ning bij de boerenleenbank een doeltreffend gebruik te
maken, zou geen andere methode van betaling meer
wenschen.
Wij kunnen nu 3 gevallen onderscheiden:
1. De schuldeischer (A) en de schuldenaar (B) zijn
beide rh bij de boerenleenbank te Nergenshuizen. Dit is
het eenvoudigste geval: B geeft den kassier opdracht
van zijn rekening het aan A verschuldigd bedrag over
te boeken. B kan hierbij gebruik maken van formulier
30c. De kassier voert deze opdracht uit en A ontvangt
van den kassier bericht, dat op zijn rekening het bedrag
namens B is bijgeboekt (formulier 41).
2. Alleen de schuldenaar (C) heeft een rekening bij
de boerenleenbank te Nergenshuizen; de schuldeischer
(D) heeft zijn rekening bij dc boerenleenbank te Eigen
huizen. C geeft aan den kassier opdracht om het ver
schuldigde bedrag van zijn rekening over te boeken naar
D te Eigenhuizen. De kassier van Nergenshuizen geeft
thans aan de C.C.B. per form. Ci opdracht, om van de
rekening zijner bank namens C dit bedrag ten gunste
van D over te boeken bij de boerenleenbank te Eigen
huizen. Ook hier kan C gebruik maken van formulier
30c. De kassier te Eigenhuizen krijgt des anderen daags
van de C.C.B. bericht, dat de rekening zijner bank bij
de C.C.B. is gecrediteerd voor het bedrag, zulks ten
gunste van D, hij geeft aan D bericht van bijschrijving
op diens rekening (formulier 41). Op deze wijze worden
dure en riskante geldzendingen voorkomen en wordt de
meer eenvoudige en goedkoope weg der overboeking
gevolgd.
3. De schuldenaar (E) heeft een rekening bij de boe
renleenbank te Nergenshuizen doch hij weet niet waar
de schuldeischer (F) een rekening heeft. Geen nood: E
geeft den kassier opdracht aan F een geldsom over te
maken. E kan hierbij weer gebruik maken van formulier
30c. De kassier van Nergenshuizen geeft deze opdracht
door aan de C.C.B. en deze zorgt, dat op de goedkoop-