6492
Tal van problemen doen zich dus bij het beleggings-
vraagstuk voor, doch de ervaring leert, dat een actief
en voorzichtig boerenleenbank-bestuur en een voort
varende kassier op dit gebied in het belang der boeren
leenbank nuttig werk kunnen doen. Rijzen er op dit
gebied vragen, laat men dan met de Centrale Bank in
verbinding treden om raad en voorlichting. Niet steeds
kan de Centrale Bank elk voorstel goedkeuren, dat haar
bereikt, maar van elk contact en elk overleg met de
Centrale Bank wordt zoowel deze als de plaatselijke
bank rijker aan ervaring en inzicht.
Wij hebben speciaal het laatste jaar in deze in de
„Mededeelingen" tal van practische punten het beheer
der boerenleenbanken betreffende behandeld en tal van
boerenleenbanken hebben hierbij baat gevonden. Op
dezen weg zullen wij voortgaan, opdat wij dezen oor
logstijd kunnen benutten om onze schoone crediet-
organisatie niet alleen goed in stand te houden maar
ook te versterken en uit te bouwen.
Het betalingsverkeer bij onze boerenleenbanken.
Degene te wiens name in de boeken der boerenleen
bank een rekening is geopend, duiden wij aan als de
„rekeninghouder". Dit kan zijn een particulier persoon
of een rechtspersoon (coöperatieve of andere vereeni-
ging, Gemeente, Waterschap, Kerkbestuur e.d.).
Naar den aard kunnen wij de rekeningen verdeelen
in: spaarrekeningen, voorschotrekeningen en loopende
rekeningen (met of zonder crediet). Daar op een voor
schotrekening slechts eenmaal een voorschot wordt uit-
geboekt en daarna geen andere posten dan aflossingen
kunnen voorkomen, zullen wij de voorschotrekening in
dit artikel als regel buiten beschouwing laten. Met
„rekeninghouder" wordt in dit artikel als regel dus be
doeld: hetzij een spaarder hetzij een loopende rekening
houder. Wij zullen „rekeninghouder" afkorten met dc
letters: „rh" en wanneer niet uitdrukkelijk het tegendeel
blijkt, zullen wij onder rh zoowel een spaarder-rh als
een loopende rh verstaan.