MEDEDEELINGEN
No. 305.
JULI 1942
VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE
BOERENLEENBANK TE EINDHOVEN
Goede beleggingen door boerenleenbanken.
De oorlogstijd kenmerkt zich bij alle bankinstellingen
en ook bij de boerenleenbanken door een geldovervloed,
die ten deele tot uiting komt in de vermindering van
vraag naar voorschotten en credieten en in sterke aflos
singen op uitstaande gelden. Tegelijkertijd vloeien veel
spaargelden toe. Deze middelen worden door de boeren
leenbanken bij de Centrale Bank uitgezet, welke zoo
goed mogelijk tracht deze op soliede en veilige wijze
voor de boerenleenbanken te beleggen. Het spreekt
vanzelf, dat dit voor de Centrale Bank een moeilijke en
verantwoordelijke taak is.
De Centrale Bank is er tot op heden, zij het met veel
moeite nog in geslaagd om aan de boerenleenbanken
over haar saldi-tegoed een zeer behoorlijke rente te ver
goeden. Het is de vraag of de Centrale Bank de voor
direct opvraagbaar geld werkelijk hooge rente van
2.75% aan de boerenleenbanken kan blijven vergoeden.
Daarnaast zal de rentabiliteit der boerenleenbanken
er sterk onder moeten lijden indien haar uitleeningen in
eigen kring blijven verminderen. Immers voor de eigen
uitleeningen ontvangen de boerenleenbanken in door
snede een rente van ongeveer 3,75% terwijl de Centrale
Bank de boerenleenbanken 2,75% aan rente vergoedt.
Dit wil zeggen, dat een boerenleenbank welker uitlee
ningen met b.v. 20.000.zijn teruggeloopen een
rentederving, dat is een inkomstenvermindering heeft
van 1% over dit bedrag of 200.-per jaar.
Het is dus uit een oogpunt van rentabiliteit voor
iedere boerenleenbank gewenscht, dat zij zoo mogelijk
(UITSLUITEND BESTEMD VOOR DE AANGESLOTEN BOEREN»
LEENBANKEN)