6480 1. De rekeninghouder kan over zijn tegoed of crediet in rekening courant beschikken door een cheque te trekken. Als trekkerdat is als onderteekenaar van de cheque aan de voorzijde, treedt dus de reke ninghouder op of degene, die door een rekening houder schriftelijk gemachtigd is om over de loo- pende rekening te beschikken. 2. De cheque wordt door den trekker uitgeschreven aan de order van een begunstigde, die als nemer wordt aangeduid. 3. De cheque is steeds uitgeschreven aan den nemer of order. De toevoeging „of order" beteekent dat de cheque door den nemer op zijn beurt weer aan een anderen houder kan worden overgedragen. Zulk een overdracht geschiedt door het z.g. endos sement. 4. Het endossement is een op de rugzijde van de che que gestelde verklaring en dient om de overdracht van de cheque te bewerkstelligen. Het endossement kan bestaan in: a. de handteekening van den houder (of nemer) zonder meer. Men spreekt dan van blanco en dossement ofwel endossement aan toonder. De gene die de cheque, van een dergelijk endosse ment voorzien, in zijn bezit heeft, mag dan be schouwd worden als eigenaar. b. de vermelding „voor mij aan (de order van) X te Y" of „voor mij aan X te Y (of order)", ge volgd door de handteekening van den houder (of nemer). Degene, die door endossement op zijn beurt houder van de cheque is geworden, kan de che que innen of weer door middel van een volgend endossement overdragen. Het kan dus voorko men, dat een cheque voorzien is van meerdere endossementen. 5. Of de handteekening van den trekker, die loopende rekeninghouder van de boerenleenbank is, echt is, kan de kassier wel beoordeelen. Hij moet er zich

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1942 | | pagina 4