0456 lijke rente te vergoeden voor het tegoed, dat zij bij de Centrale Bank hadden. Indien men in aanmerking neemt, dat schatkistpapier van den Staat der Neder landen, dat een looptijd heeft van 1 jaar slechts een rente afwerpt van 27s a 217ie% 's-jaars en hiertegen over stelt, dat de Centrale Bank aan de boerenleen banken nog een rente in loopende rekening vergoedt van 23/4% 's-jaars, dan zal het duidelijk zijn, dat de Centrale Bank op niet onbelangrijke bij haar ingelegde saldi geen winst maakt en zelfs eenig verlies heeft te nemen. Onze Centrale Bank streeft er zooals steeds naar om de boerenleenbanken zooveel mogelijk een constante rente te vergoeden, m.a.w. in haar rente tarief niet meer wijzigingen te brengen dan strikt noo- dig is, teneinde het bedrijf der boerenleenbanken zoo stabiel mogelijk te houden. Het is echter niet uitge sloten, dat op den duur onze Centrale Bank wederom een zekere contingenteering zal moeten invoeren, zoo als in 1938 is geschied. Van den eenen kant moeten de boerenleenbanken dus de regelen van likwiditeit in acht blijven nemen. Daarnaast moeten zij haar rentabiliteit op een gezond peil houden en voorkomen dat de jaarwinsten, die toch al bescheiden waren, wegschrompelen, zoodat ook in eigen kring door een doelmatig beheer, een juiste vast stelling der rente- en provisietarieven en door het zoe ken naar een gezonde beleggingsmogelijkheid een tegenwicht worde gevormd. Welke moet de bedrijfspolitiek der aangesloten boe renleenbanken zijn in dezen tijd? Deze moet zoodanig zijn, dat zij de algemeene lijn, welke onze Centrale Bank in het belang onzer landbouwcredietorganisatie in haar geheel volgt niet doorkruist, doch er aan mede werkt. Het is daarom goed dat de beheerders en kas siers onzer aangesloten boerenleenbanken nog eens kennis nemen van onderstaande richtlijnen: 1. Vooropgesteld zij, dat de boerenleenbanken in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1942 | | pagina 4