sterker op den voorgrond dan haar bedrijf als leenbank. Het zou zeer zeker gezonder zijn indien gelijktijdig de spaar-functie en de leen-functie een uitzetting ver toonden, m.a.w. indien het creditbedrijf en het debet- bedrijf zich in ongeveer gelijk tempo uitzetten. Er zal echter zoodra de oorlog is afgeloopen redelijker wijze een tijd komen van veel geldvraag, namelijk zoo dra de veestapels en bedrijfsvoorraden weer kunnen worden aangevuld en uitgebreid. Het is waarschijnlijk, dat dan tijdelijk niet alleen grootere opvragingen van spaargelden voor deze doeleinden plaatsvinden, doch dat er ook een grootere credietvraag komt. Dit alles wijst ons erop, dat onze credietorganisatie de gezonde en beproefde regels der likwiditeit moet blijven in acht nemen. Deze vooruitzichten maken het ons tevens minder gemakkelijk om voor de tijdelijke overvloedige gelden de loonende, doelmatige en tevens veilige be legging te vinden. De groote moeilijkheid bij de belegging der gelden in deze oorlogsomstandigheden is wel, dat dezelfde geldruimte, die wij in den land- en tuinbouw aantref fen, zich ook bij handel en industrie vertoont. Immers ook bij handel en nijverheid vindt de tijdelijke inkrim ping van bedrijfsvoorraden plaats met als gevolg: tijde lijke geldovervloed. Het debiteurentotaal van 4 Ne- derlandsche grootbanken bedroeg einde 1940 285 mil- lioen en einde 1942 222 millioen. Het totaal der de posito's bij deze 4 grootbanken bedroeg einde 1940 756 millioen en einde 1941 940 millioen. De debiteu ren namen dus in een jaar tijds met 63 millioen af en de crediteuren namen met 184 millioen toe. Het behoeft geen betoog, dat aldus alom een groote geldruimte moet ontstaan: het bedrijfsleven heeft tijde lijk een geldoverschot en dus moeten de banken trach ten haar middelen op de geldmarkt te plaatsen, d.i. schatkistpapier koopen. Het spreekt vanzelf, dat op deze wijze de rentevoet wordt gedrukt. Onze Centrale Bank is tot nog toe in staat geweest aan de aangesloten boerenleenbanken een zeer behoor- 6455

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1942 | | pagina 3