6448 Door de Centrale Boerenleenbank was aan de aange sloten Boerenleenbanken als voorschot verstrekt: Het vorige jaar bedroeg de bedrijfswinst na aftrek dei- geschatte winstbelasting 207.343.05, terwijl dit cijfer over 1941 246.808.09 beliep. Voor de vorming van een Steunfonds voor aangeslo ten boerenleenbanken wordt weer 10.000.uitgetrok ken, terwijl zal worden voorgesteld om ten laste der Verlies- en Winstrekening een bedrag van 184.474.61 te storten in de Effectenreserve. De Effectenreserve stijgt hierdoor tot 1.800.000.terwijl als nettowinst overblijft 52.333.48 (vorig jaar 51.163.35). De post „Onkosten" in de Verlies- en Winstrekening is ruim 84.000.hooger dan over 1940, zulks ten deele omdat dit jaar een hooger bedrag voor winstbelasting ten laste der onkostenrekening moest worden gebracht, terwijl daarnaast de rekening-courant-provisie ten be drage van ruim 34.000.niet meer op de onkosten rekening in mindering is gebracht. Zooals bekend werd in vroegere jaren de rekeningcourant-provisie ouderge woonte van de onkostenrekening afgeboekt. Het lijkt ons boekhoudkundig juister, dat deze provisie recht streeks op de Verlies- en Winstrekening wordt verant woord. Hierdoor is de winst uit provisie gestegen met hetzelfde bedrag van circa 34.000.waarmede het onkostencijfer is gestegen. De Verlies- en Winstrekening der Centrale Bank over 1941 geeft de volgende cijfers: Op 31 December 1940 Op 31 December 1941 1.107.998.11 356.652.88 751.345.23 Einde 1941 was er dus: Meer ingelegd Minder aan voorschotten gegeven ïn totaal een verschil van 11.623.614.97 10.872.269.74 751.345.23

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1942 | | pagina 8