6438 A. Nieuwe hypotheken. Volgens art. 50 van de statuten onzer Boerenleen banken mag op onroerende goederen ten hoogste twee derde van de geschatte verkoopwaarde worden ter leen verstrekt. Een verzoek om hypotheek mag dus nooit worden ingewilligd voordat het Bestuur er zich van overtuigd heeft, dat aan deze voorwaarde is vol daan. Door het Besluit betreffende het vervreemden van landbouwgronden is echter, zooals men weet, de mo gelijkheid tot verkoop van dergelijke onderpanden aan banden gelegd. Slechts landgebruikers worden n.1. als gegadigden toegelaten. Daarenboven moet de Grond kamer ingeval van openbaren verkoop een minimum en een maximum prijs vaststellen. Betreft het perceelen, welke verpacht zijn, dan heeft de pachter ten over vloede recht van voorkeur. Bij de vaststelling van den minimum en maximum prijs moet door de Grondkamer als maatstaf worden aangenomen de opbrengst-(gebruiks)waarde. Ook de Boerenleenbanken zullen bij het schatten van de als onderpand aangeboden landelijke eigendommen dus de opbrengstwaarde als grondslag van hun taxatie heb ben te nemen. Nog voorzichtiger moeten zij hun taxatie doen, wan neer het perceelen betreft welke door den eigenaar aan derden zijn verhuurd. De Grondkamer heeft n.1. krachtens het nieuwe Pachtbesluit de bevoegdheid, om op verzoek van den pachter het contract te verlengen wanneer de huurtijd om is. Dat de opbrengst bij een eventueele executie hierdoor kan worden gedrukt, be hoeft geen betoog. Indien dus verpachte perceelen als onderpand worden aangeboden, zal men goed doen om een extra ruime overwaarde te verlangen. B. Bestaande hypotheken. Bij onze Boerenleenbanken komt in alle hypotheek- acten de bepaling voor, dat het den hypotheekgever

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1942 | | pagina 10